‘Kan ik pinnen?’ vraagt mijn vrouw aan de marktman. ‘Nee, u kan hier alleen contant betalen mevrouw.’ Ai, dat valt tegen. ‘Geef uw tas maar, ik stop de kleren er alvast in, dan gaat u even naar de geldautomaat verderop en dan komt u daarna weer terug om te betalen!’ Wauw.
Zo vertrouwd gaan wij in de tuinbouw natuurlijk al jaren met elkaar om. We bestellen onze plantjes, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen en betalen achteraf de factuur. Hebben we een nieuwe werkbroek of schoenen nodig dan rijden we naar de winkel en laten het op de rekening zetten. ‘Albert van ’t Hartweg toch?’ ‘Ja, maar wel die in Bleiswijk hè!’
Mijn vrouw koopt ook allang niet meer alleen op de markt. Ze heeft ontdekt dat wat je van ver haalt best lekker kan zijn. Zoals dat spijkerjasje. ‘Kost maar 50 euro!’ Vind ik nog best veel geld, maar ik heb er dan ook geen verstand van. ‘Maar je moet wel met een creditcard betalen.’ Ze gebruikt die van onze zoon, want die van mij is zakelijk. En ik heb m’n principes.
Toeleveranciers in de tuinbouw zijn ook niet meer uitsluitend afhankelijk van vertegenwoordigers. Kwamen die vroeger standaard met een opschrijfboekje langs de deur, nu zijn het relatiemanagers. Ze informeren hoe het gaat. ‘Ben je al in de webshop geweest? Werkt handig hoor!’ En ik geloof ze. Natuurlijk is het handig. Het scheelt bakken met geld als je je klanten zelf de gegevens in laat voeren. ‘En je kan er je bestelhistorie inzien!’ Super.
Nu heeft ook onze plantenleverancier een webshop ingericht. Kun je je plantjes bestellen. Orders plaatsen wanneer het jou uitkomt. Wel 24 uur per dag. En als je een vraag hebt dan staat je contactpersoon in één muisklik voor je klaar.
Toch weet ik zeker dat die webshops mij meer tijd kosten dan de excelsheets die ik nu gebruik. En daarom blijf ik het stiekem op mijn manier doen. Zolang als het duurt. Want wedden dat het binnenkort niet meer mag? Moet je bijbetalen als je de webshop niet gebruikt.
O ja, dat spijkerjasje is er nog steeds niet. Oplichters.