Ja, dat is ook wat… Ben je net een paar jaar bezig met meer aandacht voor het bodemleven, krijg je dit. Ik dolblij dat we voor het eerst in jaren wormen tegenkomen in de kasgrond en daardoor ook regelmatig molshopen, verzinnen ze dit weer! En het grondstomen dan?
In Zwaagdijk is de voormalige proeftuin, nu Vertify geheten, bezig met onderzoek naar waterteelt bij verschillende gewassen. Matricaria is er een van. En wat blijkt? Ze gedijen er goed op. De planten drijven met de wortels in water met een voedingsoplossing, worden proefondervindelijk belucht en het werkt. En dat allemaal om er in de toekomst voor te zorgen dat een gesloten teeltsysteem mogelijk wordt en er efficiënter kan worden omgegaan met water en meststoffen.
Het komt mij niet onbekend voor. Zo rond de millenniumwisseling heb ik zelf een piepklein waterproefje opgezet. Lang verhaal kort: Het liep op niets uit. Dat had waarschijnlijk te maken met de onprofessionele opzet, want bij een collega had ook een proef op water gestaan, veel groter, en daar waren de resultaten qua teelt positief. Over de economische haalbaarheid werd echter wel getwijfeld. Daarom kwam het in de praktijk nog niet van de grond. Maar dat het kon was duidelijk.
De vraag is of waterteelt nu wel rendabel gemaakt kan worden. En op welke manier. Gaan we naar teelten op roltafels met een systeem a la sommige lelie- of tulpenkwekers? Of kun je vakken onder water zetten met een soort van doorstromende voedingsoplossing? En heeft dat ook toekomst in chrysanten- en lisianthusland? Zijn we straks voorgoed af van aaltjes en wortelduizendpoten? Maar ja, andere kant is wel dat je nog meer dan voorheen bent aangewezen op kunstmest. Organisch valt er waarschijnlijk niet veel bij te mesten. Jammer voor de regenwormen en de mollen die het net een beetje naar hun zin kregen.
En de grote vraag is natuurlijk hoe wij dat als kwekers gaan doen straks. Moeten we die extra vrije tijd doorbrengen in de sportschool? Want niet meer stomen… Ik denk er nog even over na.
Kees van Egmond,
Lees hier meer columns van Kees.