Het kabinet laat onderzoeken welke risico’s gewasbeschermingsmiddelen hebben op agrarische ondernemers, hun gezinnen en omwonenden. Ze volgt daarmee het advies op van de Gezondheidsraad.
Het RIVM gebruikt 2014 als pilotjaar om de aanpak en de methodieken te testen en zal in 2015 en 2016 het onderzoek doen. De resultaten kunnen aanleiding zijn voor extra maatregelen om blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen verder te beperken.
Naast het onderzoek gaat het kabinet ook het toelatingsbeleid onder de loep te nemen betreffende blootstelling. Allereerst met middelen die in de fruit- en bollenteelt worden ingezet. Later volgen middelen in de overige intensieve buitenteelten.
Bovendien zullen intensieve buitenteelten te maken krijgen met scherpere controles op correct gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door de NVWA.
Het kabinet erkent tenslotte dat in het huidige nationale beleid er alleen een teeltvrije zone is ingesteld met het oog op de watergangen. En dus niet voor agrarische terreinen die grenzen aan onder meer woningen en scholen. Het kabinet acht het gewenst dat ook voor gevoelige bestemmingen een teeltvrije zone wordt ingevoerd.