Er wordt nauwelijks meer geïnvesteerd in de tuinbouw in Zimbabwe. Dit komt doordat kwekers 20% van hun exportwinsten aan de overheid moeten afdragen. Horticulture Development Council gaat proberen een eind te maken aan dit beleid.
Het leek de goede kant op te gaan met de tuinbouw in Zimbabwe. Het land – ooit de graanschuur van Afrika – maakte sinds het gedwongen aftreden van inmiddels wijlen Robert Mugabe sprongen voorwaarts. De land- en tuinbouw die sinds het onteigeningsbeleid van Mugabe nagenoeg op zijn gat lag, werd nieuw leven ingeblazen. De regering van zijn opvolger Emmerson Mnangagwa zette het land open voor investeerders.
De nieuwe regeringsleiders reisden de hele wereld over om landen en particuliere investeerders te interesseren voor Zimbabwe. Zo deed de minister van Buitenlandse Zaken en Internationale Handel, Subusiso Moyo, Den Haag aan. Floribusiness, de internationale uitgave van Hortipoint, sprak destijds met hem. Dat interview lees je hier.
20.000 ha avocado
Gorden Makoni, voorzitter van Export Flower Growers Association of Zimbabwe (EFGAZ) gaf op IFTF aan dat er vanaf eind 2017 zo’n $800 miljoen in de Zimbabwaanse tuinbouw is geïnvesteerd. In korte tijd werden 20.000 ha avocado en 20.000 ha macadamia noten aangeplant. Ook de bloemensector kende uitbreiding in met name zomerbloemen. Makoni noemt Dutch Flower Group en Dümmen Orange als twee grote bedrijven die in Zimbabwe actief werden.
Na februari van dit jaar kwamen de investeringen in de Zimbabwaanse tuinbouw tot een halt. De oorzaak? Statutory Instrument 133, ingesteld door de nieuwe minister van Financiën. Onderdeel van deze wet is dat Zimbabwaanse ondernemers 20% van hun exportopbrengsten aan de overheid moeten afdragen. Van deze Amerikaanse dollard koopt de armlastige overheid medicamenten, elektriciteit en brandstoffen. In ruil voor de afdracht van de exportopbrengsten krijgen ondernemers Zim dollars die ze in korte tijd moeten uitgeven, aldus Makoni.
Makkelijker zaken doen
In mei kwamen ondernemers bijeen en besloten dat er een instantie moet komen die op overheidsniveau de belangen van de tuinbouw behartigt, lobbyt en beleid maakt. Dit mondde uit in de oprichting van de Horticulture Development Council (HDC). In december van dit jaar gaat ze officieel van start. HDC wordt gesteund door het Department for International Development uit het Verenigd Koninkrijk, de United States Agency for International Development en de Nederlandse ambassade in Harare. Makone maakt deel uit van de HDC. „We willen investeringen in Zimbabwe beschermen en ervoor zorgen dat het makkelijker wordt er zaken te doen.”
Niet alleen de Zimbabwaanse overheid heeft geen geld. Ook onder de inwoners is er veel armoe. Makone geeft aan dat het heel slecht gaat met de economie. De kosten voor levensonderhoud zijn gestegen, net als de werkloosheid. „De situatie is heel slecht, we hopen dat het tijdelijk is.” De voorzitter van EFGAZ geeft aan dat de Zimbabwanen weinig vertrouwen in de regering hebben en dat komt mede door het beleid. „Het is een ramp als er geen vertrouwen is.”
Veel mogelijkheden
Tegelijkertijd ziet Makone nog altijd veel mogelijkheden voor het Afrikaanse land. Als het beleid in Zimbabwe verandert dan kan het land weer een heel voortvarend tuinbouwland worden. „Zimbabwe heeft veel land, veel expertise en teelt dankzij het gunstige klimaat de beste bloemen van de wereld.”