Zomaar een recent bericht in de regionale media: ’Tuinders in de gemeente Lansingerland zijn sinds maandagmorgen 6 januari aangewezen op de eigen warmtevoorziening voor de kassen. Door een lekke leiding heeft leverancier Uniper de leiding dicht moeten gooien.’ In diezelfde periode een artikel in de krant dat de gemeente Rotterdam nog eens 15 miljoen euro steekt in het Warmtebedrijf, onder andere om de voorbereidingswerkzaamheden aan de Leiding over Oost financieel te ondersteunen.
Die informatie riep twee vragen bij mij op: Hoe gaan ondernemers de back-up voorziening van hun warmte regelen? Een nog weinig gestelde, maar noodzakelijke vraag, zoals het incident van begin januari leert. En wanneer krijgen de glastuinbouwbedrijven aangesloten bij de warmtecoöperaties Zuidplaspolder en Wilgenlei duidelijkheid over de aanleg van de warmtetransportleiding tussen Rotterdam en Leiden? Samen doen we onderzoek in dit gebied naar een concrete businesscase; een blauwdruk voor verdere projecten. Garantie en transparantie, daar draait het voor de ondernemers om. Door de discussie over de verhoogde ODE-heffing is het energievraagstuk immers toch al verworden tot een lastig dossier.
Rotterdam wil dat de provincie Zuid-Holland eveneens een extra investering van 15 miljoen euro doet om het Warmtebedrijf te helpen. Dat kun je opvatten als een volgende stap voorwaarts; overheden geven niet voor niets een liquiditeitsinjectie van in totaal 30 miljoen. Maar de realisatie blijft twijfelachtig, waar daadkracht en helderheid gewenst of beter nog, vereist zijn. Ondertussen zitten de warmtecoöperaties zeker niet stil. Als Zuidplaspolder zijn we in gesprek met de Greenport en de provincie om het tracé te koppelen aan de Bleizopolder. Is het technisch mogelijk en zo ja tegen welke kosten? Dat zijn de essentiële vragen. Zoals al eerder gememoreerd op deze plek, moet je bij warmtenetten niet op één paard wedden. Zeker niet als besluitvorming zo stroperig blijft als nu vaak het geval is.
Ondertussen moeten de ondernemers binnen de warmtecoöperaties serieus nadenken over het back-up vermogen. Is een leiding goed bereikbaar bij eventuele lekkages? Is die kwetsbaarheid voldoende afgedekt? Want als je eenmaal duurzame warmte hebt, moet je er wel op kunnen vertrouwen. Die garantie en transparantie kun je als individuele ondernemer lastig afdwingen. Dus is het zaak om voor energieoplossingen voor de langere termijn samen te werken, enerzijds binnen warmtecollectieven, anderzijds als coöperaties onderling.
Hans Koolhaas is technisch directeur van LKP Plants in Moerkapelle en voorzitter van Warmtecoöperatie Zuidplaspolder.