De grootste drie hiaten in het Noodfonds land- en tuinbouw zijn hoe om te gaan met groei van bedrijven in 2017-2019, verrekening reeds toegekende NOW-gelden en de afbakening van voedingstuinbouwbedrijven die voor vergoeding in aanmerking komen. Dit bleek tijdens het tweede webinar over het noodfonds op 14 mei. Daarin werd tevens gemeld dat na het webinar een overleg volgt tussen het Tuinbouwcrisisteam en het landbouwministerie (LNV) en Rijksdienst voor Ondernemen Nederland (RVO) over de deze hiaten
Dit keer schoven aan tafel Ruud Paauw, directeur Glastuinbouw Nederland, Jaap Bond, voorzitter KAVB en voorzitter Tuinbouwcrisisteam, en Coen Meijeraan, manager public affairs Royal FloraHolland. Zij benadrukten nogmaals dat in een recordtempo van 8 weken een sectorspecifiek steunpakket, als een van de weinige sectoren, op tafel ligt waarbij ook al tot uitbetaling wordt overgegaan. In dit proces met ook veel politieke keuzes is niet alles binnengehaald en zijn door de snelle totstandkoming onvoorziene knelpunten onvermijdelijk. Knelpunten waardoor bedrijven waarvoor steun bedoeld is toch nog buiten de boot vallen.
Groei- en krimpscenario
Daaronder bedrijven die in de jaren 2017 tot en met 2019 sterk gegroeid zijn, waardoor de gemiddelde omzet over deze jaren een vertekend beeld geeft als die wordt vergeleken met de omzet in 2020 in de periode 12 maart t/m 11 juni. En juist deze berekening van omzetverlies is de grondslag voor het noodfonds. Door de groei komen veel bedrijven niet boven de 30% ondernemersrisico uit, de grens die gesteld is voor steun.
Nu is de inzet van het Tuinbouwcrisisteam om alleen de omzet van het jaar waarin sterk is gegroeid te vergelijken met die in 2020, wederom over de periode 12 maart t/m 11 juni. En dit vergelijk te onderbouwen met een accountantsverklaring.
Een vergelijkbare situatie is wanneer in de drie referentiejaren gewisseld is van teelt. Dit kan ook een enorme impact hebben op gerealiseerde omzet. Ook voor deze situatie hoopt het crisisteam onder dezelfde voorwaarden op coulance. Lastiger wordt het als in de referentiejaren groot omzetverlies was door schade in de teelt, hoe goed ook aantoonbaar.
Begrip, maar….
RVO en LNV hebben strikt vertrouwelijk voorbeeldberekeningen gekregen van boven geschetste situaties. Ze begrijpen de hiaten in de regeling, maar dat betekent nog geen groen licht op een niet rigide toepassing van het steunfonds. Met nogmaals een overleg hoopt het tuinbouwcrisisteam op aanpassing, maar het team gaat niet enorme druk uitoefenen. Geen powerplay, zoals Meijeraan het betitelt. De verstandhouding is goed en lof is er ook voor inzet van landbouwminister Schouten. Bovendien is wellicht nog een tweede sectorspecifiek noodfonds nodig voor bedrijven met enorme omzetverliezen juist na 12 juni.
In het achtste webinar van de Werkgeverslijn land- en tuinbouw op 13 mei bevestigde Albert Wassink, adviseur bij de RVO , dat met groei-krimpscenario vooralsnog geen rekening wordt gehouden in het noodfonds. Wel als in 2017 tot en met 2019 helemaal geen omzet werd gedraaid. Dus dat alleen de zogenoemde operationele jaren mee tellen in de berekening.
Verrekening NOW
Op eventuele toekenning van geld uit het noodfonds wordt een eventuele toekenning van geld uit de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), of uitkeringen uit andere coronamaatregelen, in mindering gebracht. Inzet van het Tuinbouwcrisisteam is om NOW-steun niet op de uitkering van het noodfonds in mindering te brengen maar op het omzetverlies. Deze minder heftige aftrek is rechtvaardiger, aldus het team.
Duidelijk is dat er een keuze gemaakt moet worden tussen NOW of Noodfonds land- en tuinbouw. Er liggen echter nog moties uit de Tweede Kamer om de NOW-regeling aan te passen voor seizoensgebonden sectoren. Minister Koolmees van Sociale Zaken heeft hier nog niet op gereageerd. Meijeraan schat echter in dat die aanpassing er niet gaat komen.
Veel vragen die in het tweede webinar aan de orde kwamen, passeerden ook in het eerste webinar de revue. Verslag daarvan is morgen, 15 mei, te lezen in de Bloemisterij of nu al in het digitale magazine.