Ik draai me voor de zoveelste keer op mijn linkerzij en kijk op de wekker. In blauwe cijfers staat er 00.00. Ik ben nog niet eens op de helft reken ik uit. Pfff, wat heb ik het warm. Het dekbed is klam. Ik gooi mijn deel van me af. Even opdrogen. Dan schiet het opeens door me heen: Het zal toch geen corona zijn?
Ik voelde het die maandagmiddag langzaam ontstaan. De zon scheen fel, actieve temperatuur in de kas en wij lagen op onze knieën plantjes te poten. Een zwaar gevoel in mijn hoofd. Veel vochtverlies en te weinig gedronken? Ik kon er niet de vinger op leggen. Paracetamol bracht geen uitkomst. Een half uurtje op de bank na het eten ook niet.
Ik Google op ‘spanningshoofdpijn’ en lees dat wat ik eigenlijk wel weet. Wat het is, waar het door komt en wat je zou kunnen doen. De laatste zin vooral. ‘Een goede nachtrust kan veel helpen.’ Ik weet het. Zo heb ik al vaker een opkomende landerigheid bestreden. Met een dof hoofd naar bed om de volgende morgen verkwikt weer op te staan. En daarom wens ik om kwart voor negen vrouw en aanwezige zoons welterusten en stap in bed.
Daar lig ik even later te rillen. Om het vervolgens een kwartier later bloedheet te hebben. Dat duidt op koorts. Tussen de hazenslaapjes door draai ik me om en lig wakker. M’n gedachten schieten alle kanten op. Het lukt me niet ze tot bedaren te brengen. Ik zie ook steeds bossen matricaria langskomen. Als het zo doorgaat ben ik morgenochtend al moe voordat ik ga werken!
Midden in de nacht stap ik toch maar uit bed. Even een schaaltje yoghurt met vla eten. Het beproefde medicijn om weer aan te sterken als m’n maag van slag is geweest. Misschien helpt het nu ook? Niet echt. Het malen in mijn hoofd gaat maar door. Ik ben blij als om kwart over vijf de wekker gaat.
Op de tuin houd ik afstand van de collega’s. Gelukkig kan ik om half elf al terecht in de teststraat. Voor mij de tweede keer. Neus, kriebel, mond, kokhals… Nog geen tien uur later de uitslag. Negatief! Wat knapt een mens daarvan op. Weg hoofdpijn.