Het is nu meer dan ooit de tijd om de boodschap van de Groene Stad te promoten. In 2015 bepaalde AIPH de doelstelling om de wereldkampioen van de ‘kracht van planten’ te worden. Deze doelstelling ligt ten grondslag aan alles wat we doen en wordt gesteund door onze leden.
We hebben al veel bereikt sinds we in 2008 het Groene Stad-comité formeerden en richtlijnen voor de Groene Stad maakten. Omdat alle telers van over de hele wereld erkennen dat ze betrokken moeten worden bij het promoten van de rol van planten in steden, geloven we dat de toekomst van de sierteeltindustrie in de Groene Stad ligt.
In onze laatste vergadering in Melbourne, Australië deelden landen hun initiatieven op het gebied van de Groene Stad. Ik deel graag een aantal daarvan om te laten zien welke impact deze globale beweging heeft.
In Australië is er sinds 2014 het project 202020 Vision om 20% meer groene ruimte te creëren in stedelijke gebieden in 2020. Dit programma is er in geslaagd om stadsplanners en consumenten te beïnvloeden. De stadslandschapsarchitect van Melbourne liet zien hoe een stad dit in de praktijk kan doen. Professor Tony Wong toonde hoe planten gebruikt kunnen worden om het water in steden te reguleren door de aanleg van watergebieden in het centrum van een stad.
De Groene Stad is niet langer slechts een goed idee; het is ingekapseld in het denken van veel steden in de wereld. We kunnen achteroverleunen, maar dat is niet goed. Het is juist de tijd om het gaspedaal verder in te trappen. In Canada heeft de CNLA een comité opgericht dat zich richt op planten als de oplossing om de gevolgen van klimaatverandering te verzachten.
In Korea en Japan schrijven dokters het verblijf in ‘genezende bossen’ voor om mensen beter te maken. In Qatar staan planten centraal in zandstabilisatieschema’s en zijn geïntegreerd in richtlijnen voor technische constructies. In Nederland is Royal FloraHolland betrokken bij de Groene Agenda.
Ik zou naar meer initiatieven kunnen verwijzen. Nu is het echter de tijd om door te pakken met de Groene Stad en om onze industrie daar te positioneren waar het hoort te zijn om de belangrijkste problemen die onze aarde kent te helpen oplossen. En dat gaat iedereen aan.
Bernard Oosterom,
Voorzitter AIPH
