De glastuinbouw in Nederland is in het vorige week gesloten klimaatakkoord een glanzend voorbeeld; het braafste en meest getalenteerde jongetje uit de klas. Het is ook nog eens de sector die vrijwillig hogere doelen stelt. Maar, wel onder een paar strikte voorwaarden.
In het nieuws rond het klimaatakkoord draaide het vorige week allemaal over de oplossing die het kabinet vond om de bittere pil voor de burger te vergulden. In tegenstelling tot wat enkele oppositiepartijen al weken roepen gaat het straks allemaal wel meevallen met die kosten. En wordt flink de tijd genomen in de transitie van gas naar elektriciteit.
Voor het bedrijfsleven was het door die focus op het electoraal effect van de plannen nog even spannend wat er nu precies in het ruim 200 pagina’s tellende akkoord staat. De hoofdlijn was snel duidelijk: de kosten van de veranderingen komen ten opzichte van de eerdere versies van de plannen meer bij bedrijven te liggen. Vooral de CO2-producerende bedrijvigheid is de klos.
Voorbeeld
Daarvan wordt de glastuinbouw uitgezonderd. De sector wordt in het klimaatakkoord als glanzend voorbeeld naar voren geschoven en met name de successen van het programma Kas als Energiebron worden gevierd. Dat programma en de wijze waarop innovaties zijn gevonden en in praktijk gebracht, mag straks als voorbeeld dienen voor andere sectoren die stappen moeten gaan zetten. LTO pocht in het akkoord dat de ervaring leert dat steun voor projecten waarin boeren en tuinders experimenteren en leren – vaak ondersteund door onderzoek en onderwijs – werkt. LTO wil daarom living labs blijven inzetten gedurende de uitvoering van het klimaatakkoord en beveelt andere sectoren aan ook die weg te volgen.
Voor de sector is de lof in het akkoord een succes en een beloning voor de gevolgde strategie. Niet alleen leuk die complimenten en het feit dat er weer geld op tafel komt voor het voortzetten van het programma en de modernisering van bedrijven, maar voor de telers is het veel belangrijker dat harde maatregelen zoals heffingen of boetes daarmee (voorlopig) zijn afgewend.
In het akkoord wordt gemeld dat de glastuinbouw graag vooruit wil in het besparen op de uitstoot van CO2. Met als ultieme doel dat de sector in 2040 klimaat neutraal is. Als tussenstap moet de sector in 2030 3,5 Mton minder CO2 produceren in vergelijking met de periode 2015-2017.
Maar die ambitie is alleen haalbaar als de overheid en andere economische sectoren meewerken. Het kan alleen als die allemaal hun bijdrage leveren. Nodig is dat er voldoende CO2 wordt afgevangen en op zeker beschikbaar is, er minimaal 35 nieuwe geothermie projecten worden gerealiseerd, restwarmte goed kan worden benut en duurzame elektriciteit kan worden ingezet. De glastuinbouw kijkt daarbij in eerste instantie naar de overheid. Die moet er bijvoorbeeld voor zorgen dat de markt voor CO2 en restwarmte goed is gereguleerd en ieders rechtspositie helder is. Ook moet de regelgeving het opzetten van warmtenetten in samenhang met woningwijken niet in de weg zitten. Kortom: de regelgeving moet zich aanpassen aan een nieuwe energetische werkelijkheid; als je restproducten van bedrijvigheid wilt kunnen hergebruiken, moet dat wel kunnen.
Risico
Rob van der Valk van Glastuinbouw Nederland reageert verheugd op de plannen van het kabinet. Alle voorzetten die de sector heeft gedaan in het overleg over de plannen zijn overgenomen, stelt hij tevreden vast. Toch houdt hij nog een slag om de arm. Want alle positieve geluiden komen uit de paragraaf in het akkoord die over de glastuinbouw gaat. Maar er zijn ook paragrafen voor bijvoorbeeld de industrie en de elektriciteitsproducenten. En de afspraken die met die sectoren zijn gemaakt – en die zijn er ook allemaal opgericht om deze bedrijfstakken liefst CO2-vrij te laten produceren en waar dat toch gebeurt dat herbruikbaar te maken – hebben mogelijk ook gevolgen voor de randvoorwaarden die de glastuinbouw aan de voorgespiegelde prestatie verbindt. De vraag is of uit die teksten risico’s naar voren komen die wat de glastuinbouw wil bereiken om de tocht kunnen zetten. Daarom moet het dikke rapport eerst nog eens goed worden doorgeplozen voor Glastuinbouw Nederland een definitieve en meer gedetailleerde reactie kan geven. Wordt vervolgd.