In gebieden met brak tot zout grondwater kunnen glastuinders, hoewel het minder logisch klinkt, toch op een rendabele wijze zoet gietwater ondergronds opslaan. Dat blijkt uit onderzoek van het KWR Watercycle Research Institute, in opdracht van de provincie Zuid-Holland.
Tot nu toe slaan telers in Zuid-Holland hun gietwater alleen in de bodem op als er sprake is van zoet grondwater. In de praktijk gebeurt dit daarom alleen in het Oostland. Uit pilotstudies bij tuinders in Zeeland en Zuid-Holland met hemelwateropslag in brak tot zout grondwater blijkt dat de behaalde rendementen veelbelovend zijn: er kan kwalitatief goed water worden teruggewonnen.
Het onderzoek vond plaats onder begeleiding van het KWR Watercycle Research Institute, in samenwerking met de stichting Waterbuffer en LTO Noord Glaskracht. Ondergrondse waterberging blijkt een kansrijke (deel)oplossing voor gietwatertekorten bij Zuid-Hollandse tuinders. Sommige delen van de provincie zijn meer geschikt dan andere. Dat is te zien op geschiktheidskaarten voor de belangrijkste (glas)tuinbouwgebieden in de provincie.
Eerste watervoerende pakket
De provincie heeft inmiddels in haar Verordening Ruimte en Mobiliteit opgenomen dat in tuinbouwgebieden de bovenste grondwaterlaag, het zogeheten eerste watervoerende pakket, in principe moet worden gebruikt voor zoetwateropslag. Dit om ruimteconcurrentie te voorkomen met bijvoorbeeld warmte-koudeopslag.