Imidacloprid. Dit woord is niet alleen moeilijk uit te spreken, het is ook een lastig dossier. Uit tal van onderzoeken blijkt dat de stof vooral schadelijk is voor insecten die in het water leven. De milieubeweging heeft zich in de afgelopen jaren vooral op bijen gefocust. Zo’n aaibaar diertje spreekt de burger wel aan, maar het is de vraag of dit feitelijk wel zo juist was, want bijen drinken geen slootwater. Hoe dan ook, de welles-nietes discussie over de oorzaak van bijensterfte (imidacloprid of varoamijt) doet er niet meer toe.
Het Ctgb heeft in de afgelopen week de voorwaarden aan het gebruik van imidacloprid opnieuw vastgesteld. De stof mag alleen nog worden gebruikt als het afvalwater voor 99,5% wordt gezuiverd, of als het bedrijf 100% recirculeert. Dat zou voldoende moeten zijn om elke overschrijding van de norm in het oppervlaktewater te stoppen.
Greenpeace vindt dat echter niet ver genoeg gaan en dringt bij het kabinet en de Europese Unie aan op een totaalverbod op neonicotinoïden. Op die manier gaat het niet meer om een praktische oplossing, maar om een ideologisch gevecht. Als je voor 99,5% gelijk krijgt, moet je dan ook nog die laatste 0,5% je gelijk halen? Ik zou liever zien dat Greenpeace hier een pas op de plaats maakt. Want telers is altijd voorgehouden: als ze hun emissie op orde hebben, dan zal het middelenpakket niet verder inkrimpen.
Nu lijkt het erop dat de discussie doorgaat. Dat is jammer, want dat schaadt het (weinige) vertrouwen dat de glastuinbouwsector en de milieubeweging in elkaar hebben. En ze hebben elkaar toch nodig om tot resultaten te komen.
Meer over dit onderwerp in nummer 3 van het Vakblad voor de Bloemisterij.
Joef Sleegers, vakredacteur Bloemisterij