Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland houden vast aan het oorspronkelijke ongewijzigde ontwerp van het provinciale inpassingsplan, zo liet het college op 7 januari ’s avonds in een Statenbrief weten. Tuinbouwondernemers in de Bommelerwaard reageren zwaar teleurgesteld omdat zij daarmee in bepaalde gevallen hun bouwrechten kunnen verliezen.
Volgens de oorspronkelijke opzet van het inpassingsplan mag een teler zijn bedrijf in een intensiveringsgebied of magneetlocatie met meer dan 10% uitbreiden, of een nieuw bedrijf starten, als daarvoor een wijzigingsplan wordt opgesteld. De gemeenten Zaltbommel en Maasdriel krijgen daarvoor een ’wijzingsbevoegdheid’, maar de tuinbouw ziet daar niets in omdat zo’n procedure jarenlang kan duren.
Begin december deden Gedeputeerde Staten (GS) de telers daarom een handreiking. Als de overgrote meerderheid van de tuinders akkoord gaat met de maatregelen die volgen uit de wijzigingsbevoegdheid zijn GS bereid het instrument van de wijzigingsbevoegdheid aan te passen. Dan moet er echter wel sprake zijn van een juridisch waterdicht document waarin de telers zich verplichten de doelen van het inpassingsplan zelf te realiseren.
Op 6 januari heeft het Tuinbouwplatform Bommelerwaard 132 ondertekende overeenkomsten aan de betrokken gedeputeerde Jan Jacob van Dijk overhandigd. Uit de Statenbrief van GS valt echter af te leiden dat het college dit document juridisch onvoldoende bindend vindt.
Oproep tot heroverweging
Op dit moment debatteert de Statencommissie Landelijk gebied, Cultuur en Jeugdzorg over het ontwerp-inpassingsplan. Voor aanvang van het debat riep het tuinbouwplatform Bommelerwaard de Statenleden op de systematiek van de wijzigingsbevoegdheid te heroverwegen en in plaats daarvan herstructurering op te pakken middels ’bestemmen bij recht’. Het platform stelt dat het draagvlak dat uit de massaal ondertekende overeenkomsten spreekt, voldoende aanleiding daartoe geeft.