Het kan weer voor 2017: fiscaal je slag slaan bij investeringen die goed zijn voor het milieu en besparen op energie. De ministeries van Financiën en Economische Zaken hebben ruim 300 miljoen euro vrijgemaakt voor de investingsaftrekregelingven EIA (energie), MIA (milieu) en de willekeurige afschrijving op milieeuinvesteringen Vamil. LTO Glaskracht heeft wel een paar aandachtspunten.
Het budget voor de Energie-investeringsaftrek (EIA) is met 5 miljoen euro verhoogd tot 166 miljoen euro. Het budget voor de Milieu-investeringsaftrek (MIA) blijft ongewijzigd op 97 mln miljoen euro, terwijl voor de Vamil 40 miljoen euro is gereserveerd. De regelingen zijn fiscaal aantrekkelijk, zo heeft de VEMW gecalculeerd. Zo kan via de EIA-regeling ruim 55 procent (in 2016 nog 58 procent) van de investeringskosten worden afgetrokken van de fiscale winst voor technieken die op de EIA Energielijst voorkomen.
Een grote wijziging in de regeling is een brede verruiming van de besparingsnormen. Toegevoegd zijn onder meer technieken die een betere benutting van restwarmte mogelijk maken Naast de Energielijst 2017 is ook de Milieulijst 2017 (MIA en Vamil) gepubliceerd. Gelijktijdig is ook het certificatieschema Groenlabelkas door SMK bekendgemaakt.
Voor water zijn net zoals voorgaande jaren investeringen opgenomen op gebied van goede gietwatervoorziening, bevorderen recirculatie en zuiveren van afvalwater voor meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen, signaleert LTO Glaskracht Nederland. Dit betekent dat een teler ook in 2017 nog gebruik kan maken van de MIA/VAMIL regeling bij investeringen om te kunnen voldoen aan de komende zuiveringsplicht voor gewasbeschermingsmiddelen per 1 januari 2018.
Ook is, volgens LTO Glaskracht op haar verzoek, bij de luchtemissiebeperkende voorzieningen (zoals rookgasreiniging ten behoeve van NOx en koolwaterstoffen) voor bestaande stookinstallaties opgenomen dat telers die extern CO2 betrekken nog in aanmerking komen voor deze milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investering. De wettelijke overgangstermijn voor die bedrijven loopt door tot 1 januari 2019.