De man staat met zijn karretje bij de kassa en zet zijn boodschappen op de band. Als hij aan de beurt is zegt hij tegen de caissière: ‘Zeg, ik zocht de eieren, maar ik kan ze nergens vinden. Weet jij waar ze staan?’ Ze kijkt hem aan met een blik van ‘onder welke steen heb jij gelegen?’
Het zijn weken waarin je jezelf gelukkig prijst dat je bloemen produceert in plaats van voedsel. Want het zal je toch gebeuren. Je bent te goeder trouw bezig op je pluimveebedrijf en opeens is het hele land in rep en roer. Er blijkt een middel tegen bloedluis te zijn gevonden in eieren. De wereld is te klein.
Bloedluis, ik ken het. We hebben jarenlang een kippenhok in de tuin gehad. Nee, niet om het onkruid tussen de matricaria weg te laten pikken, zo slim waren we nog niet. Wij deden het voor de leut en voor de eitjes. Maar we merkten al snel dat kippen ook nadelen hebben. Vooral na een warme periode zaten ze soms onder de bloedluis. En niet alleen zij, maar ook wijzelf als we eitjes hadden geraapt of voer bijgevuld. Jeuken!
Mijn vrouw wist daar wel raad op. Die kwam dan met een ontsmettingsmiddel op de proppen en dat zorgde ervoor dat de luizen weer enige tijd wegbleven. Enige tijd ja, niets is hier blijvend. Ik heb geen idee om welk spul het ging, maar het zou me nu niets verbazen als er fipronil in zat. Dat werkt tenslotte bij honden en katten ook perfect. Ik lees net trouwens dat er in zo’n vlooienband net zoveel fipronil zit als in vijfduizend eieren. En de kinderen maar aaien.
Er zal nog lang worden nagepraat over de rol van de NVWA. Zijn ze te rigoureus geweest met hun aanpak? Wat mij betreft mag je dan de opstelling van de supermarkten ook evalueren. Niet alleen de besmette codes gingen uit de schappen, maar ook alle andere eieren. Over paniekvoetbal gesproken. Heb je dan boter op je hoofd?
Want als het meisje achter de kassa haar verhaal heeft gedaan zegt de man glazig: ‘Oké… Nou, weet je wat, doe me dan maar een slof sigaretten.’ Ja, de supermarkt let goed op je gezondheid.