Nederlandse exporteurs van bloemen en planten realiseerden in het eerste kwartaal dit jaar een kleine plus van 1% tot afgerond 1,6 miljard, zo maakt de VGB bekend op basis van cijfers van Floridata. Deze hoogte werd nooit eerder gerealiseerd in de eerste drie maanden van een jaar.
De exportomzet in maart van €619 miljoen lag op exact hetzelfde niveau als in 2015. Vorig jaar eindigde de exportomzet na het eerste kwartaal op een toename van 3%. De kwartaalomzet dit jaar werd gerealiseerd na een dip van 6% in januari, een vergelijkbare plus in februari en een stabilisatie in maart.
Vorig jaar stonden na het eerste kwartaal de pot- en tuinplanten op een achterstand en de snijbloemen op een voorsprong. Dat is dit jaar ook zo, maar het verschil is kleiner: de bloemen hebben een voorsprong van 1% en de planten staan op een minimale achterstand van 0,4%. Dat brengt de totale kwartaalomzet op een plus van 0,6%. Afgerond op 1,6 miljard is dat wel de hoogste ooit: net boven 2015 en 3,4 respectievelijk 2,9% hoger dan in 2014 en 2013.
De procentueel grootste groeier tot en met maart dit jaar was Polen, met een exportplus van 13% tot €55 miljoen, gevolgd door België. De zuiderburen importeerden 10% meer uit Nederland tot €60 miljoen. De doorvoer naar andere landen ligt in deze groeimarkten op een hoog niveau.
De exportomzet naar Oostenrijk kromp tot en met maart met 10% tot €35 miljoen en werd opnieuw overtroffen door de krimp op Rusland met 31% tot €44,5 miljoen. Deze extremen, vooral veroorzaakt door verschillen in het consumentenvertrouwen, in de economie en in de valutakoersen ten opzichte van de euro, hebben een stabiliserend effect op de exportgroei van bloemen en planten vanuit Nederland. Op totaalniveau lijkt die hierdoor degelijk en stabiel.