Veredelaars moeten vrij kunnen beschikken over biologisch materiaal om nieuwe gewassoorten te kunnen kweken. Het octrooirecht is daarom niet van toepassing op de klassieke veredeling. Dat hebben de Europese lidstaten vandaag unaniem bevestigd tijdens de Raad voor Concurrentievermogen in Brussel.
De lidstaten geven aan dat het bij de totstandkoming van de Biotechrichtlijn – die de octrooibescherming van biotechnologische uitvindingen regelt – nooit de bedoeling is geweest om octrooien te verlenen op producten die het resultaat zijn van een wezenlijk biologische werkwijze.
„Deze doorbraak in de discussie over octrooirecht is van groot belang voor de gewasveredelaars. Als zij vrij kunnen beschikken over biologisch materiaal bevorderen we de innovatie de veredelingssector, wat goed is voor de Nederlandse concurrentiekracht en uiteindelijk ook voor de voedselzekerheid in de wereld”, aldus staatssecretaris Van Dam
Het probleem onder het octrooirecht was dat plantveredelaars geen beschermd materiaal mogen gebruiken voor het ontwikkelen en exploiteren van een nieuw ras, zonder toestemming van de octrooihouder. Door octrooien hebben zij minder toegang tot genetische diversiteit, wat innovatie in de plantenveredelingssector belemmert. Dit is onwenselijk, omdat plantenveredelaars een belangrijke rol spelen in de wereldvoedselvoorziening. Zij ontwikkelen nieuwe rassen die kunnen groeien onder de meest uiteenlopende omstandigheden en bijvoorbeeld bestand zijn tegen droogte en plantenziekten.