Ethiopië wil een voormalige staatsfarm van 1.500 ha omturnen tot nieuw ’horti-/floriculture’-gebied. De Nederlandse overheid helpt bij de integrale ontwikkeling en de zoektocht naar investeerders.
Ethiopië wil zijn agrarische productie verdubbelen. Diverse initiatieven ontplooit het land daarvoor en de Nederlandse overheid is daar vaak bij betrokken. Ditmaal gaat het om een voormalige staatsfarm ten noorden van de plaats Hawassa, zo’n 275 km onder Addis Abeba. Volgens Niek Bosmans, landbouwraad voor de Nederlandse Ambassade in Ethiopië, is de insteek om samen met telers een zeer duurzaam productiegebied te ontwikkelen. Duurzaam op alle fronten, dus niet alleen op het gebied van milieu en arbeid. Kennis en ervaring van Nederlanders komt daarom goed van pas, vindt Bosmans. Hij wil eind februari in Nederland een bijeenkomst beleggen voor telers die willen investeren in het gebied. „Bloementelers zijn welkom, maar ook telers die in Ethiopië groenten of andere gewassen willen telen.”
RandvoorwaardenDe plannen voor de activiteiten nabij Hawassa begonnen een paar jaar geleden. In grote lijnen komen ze overeen met wat er rond Bahir Dar, bijna 500 km ten noorden van Addis Abeba, iets eerder is ingezet voor een perceel van 200 ha. Daar is door de onlusten in 2016 pas op de plaats gemaakt. Bosmans merkt dat er bij telers, toeleveranciers en overheden nog steeds interesse is om land in Ethiopië te ontwikkelen. De Nederlandse overheid stelt wel een aantal extra randvoorwaarden, zoals transparante processen en het betrekken van lokale bevolking. De onlusten in 2016 hebben volgens Bosmans diverse politieke oorzaken die nog lang niet allemaal zijn verholpen. Over oneigenlijk gebruik van de grond in het nieuwe tuinbouwgebied in Hawassa zal volgens hem geen discussie komen. De grond is al heel lang eigendom van en in gebruik door de regering.
Meer over dit project en Ethiopië leest u in het Vakblad van vrijdag 13 januari 2017.