Bezoekersaantallen van natuurgebieden namen tijdens de coronacrisis gemiddeld met 30% toe. Dat blijkt uit gegevens van Google. Natuurmonumenten zag in haar natuurgebieden een zelfde toename van het aantal bezoekers.
Mensen trekken tijdens de coronacrisis massaal naar de heide, duinen en bossen. Natuurmonumenten zette de cijfers op een rij en concludeert dat vrijwel alle cijfers – bezoekers, downloads, lidmaatschappen – een historisch hoge groei laten zien dit jaar. Ook online is de behoefte aan informatie over natuur en erop uit te trekken duidelijk te zien. De vereniging vergeleek de cijfers van 2019 (maart tot en met oktober) met die van dit jaar. Het bezoek aan de website van Natuurmonumenten nam in die periode met 40% toe. Mensen zochten vooral naar informatie over natuurgebieden en naar routes om te wandelen en te fietsen.
Google stelde rapporten beschikbaar die inzicht geven in mobiliteit tijdens de crisis. Terwijl in april verkeer naar winkels en recreatiebestemmingen daalde, nam het verkeer naar parken en natuurgebieden juist extreem toe, met maar liefst 62%. In mei steeg het zelfs verder naar 75%. Ook in oktober was er nog steeds méér verkeer naar parken, stranden en natuur, terwijl het overige verkeer juist minder druk was. De coronapandemie versnelde een ontwikkeling die al langere tijd zichtbaar is: de herwaardering van de Nederlandse natuur en de behoefte om in de natuur te zijn.
Zoneren
„Veel Nederlanders werken thuis, vaak achter een beeldscherm. Het is heilzaam om naar buiten te kunnen, de natuur in. In de natuur kom je tot rust en krijg je nieuwe energie,” zegt Marc van den Tweel, algemeen directeur van Natuurmonumenten. „Dat meer mensen een bezoek brengen aan de natuur koesteren we, maar het brengt ook nieuwe uitdagingen met zich mee. Parkeeroverlast bijvoorbeeld, en verschillende groepen die elkaar soms in de weg zitten. Daarom ‘zoneren’ we gebieden slimmer: door wandel-, fiets- en ruiterroutes zó aan te leggen dat wilde dieren de ruimte krijgen terwijl bezoekersstromen gescheiden en verspreid worden.”
Nog belangrijker is volgens Van den Tweel dat er meer natuur bij komt in ons land en dat het Nationaal Natuur Netwerk (NNN) wordt afgemaakt. „Recente rapporten van de overheid laten zien dat om het NNN af te maken, nog 40.000 hectare natuur moet worden gerealiseerd. Dat doel wordt hoogstwaarschijnlijk niet gehaald. Terwijl dat echt nodig is om robuuste natuurgebieden te krijgen die tegen een stootje kunnen. In die gebieden krijgt natuur de ruimte om zich te ontplooien en is ook plek voor recreatie.”
Gebieden toegankelijk maken
Ook in het buitengebied zijn nog veel mogelijkheden om groen toegankelijker te maken. Van den Tweel: „Dat zijn misschien geen ‘hardcore’ natuurgebieden met zeldzame soorten, maar wel fantastische gebieden om in te sporten, te genieten en gewoon een frisse neus te halen. Op sommige plaatsen hebben waterschappen hun schouwpaden al toegankelijk gemaakt. Er liggen nog honderden kilometers aan (boerenland)paden langs sloten en beken te wachten om opengesteld te worden. We roepen Rijkswaterstaat, Defensie, gemeenten en andere grondeigenaren op om hun gebieden toegankelijker te maken.”