De kosten van stroom en gas vielen voor de Nederlandse reguliere industrie – waartoe ook de glastuinbouw kan worden gerekend – in de periode 2008–2012 lager uit dan het Europese gemiddelde. Dat blijkt uit het rapport ’Energy prices and costs in Europe’, een onderzoek van de Europese Commissie.
Als het om de energieprijzen gaat, maakt de Commissie onderscheid in de leveringsprijs van de energie zelf (de commodityprijs plus een opslag voor de leverancier), de netwerkkosten en kosten van energiegerelateerde belastingen en accijnzen.
Hoewel de gemiddelde commodityprijs voor stroom in de EU in de periode 2008–2012 met 35 tot 40% naar beneden is gegaan, daalde de gemiddelde leveringsprijs voor de industrie met slechts 3%. In Nederland daalde deze met 14%. De invloed van andere prijscomponenten dan de commodityprijs zorgt er volgens de Commissie voor dat de Europese stroommarkt nog onvoldoende concurrerend is. Voor de levering van gas betaalde de industrie gemiddeld 0,5% meer in 2012 ten opzichte van 2008, terwijl de gemiddelde commodityprijs voor gas in de EU gedurende die periode stabiel bleef. In Nederland daalde de leveringsprijs van gas voor de industrie met 7%.
Energiebelasting gestegen
In een reactie op het rapport stelt minister Kamp van Economische Zaken dat de netwerkkosten van stroomlevering in Nederland procentueel zijn gestegen (+13%). Voor gaslevering ook, maar het effect daarvan is volgens Kamp zeer beperkt doordat de kosten van het Nederlandse gasnetwerk tot de laagste in Europa behoren. Volgens Kamp is vooral de stijging van de energiebelasting een belangrijke factor. Deze steeg in Nederland voor stroom met 1% en voor gas met 13% in de periode 2008–2012.
Kamp deelt de conclusie van Brussel dat de EU-lidstaten de komende jaren meer moeten investeren in het concurrerend maken van de Europese energiemarkt. Ook moeten lidstaten hun subsidieregelingen voor de stimulering van duurzame energie beter op elkaar afstemmen, zodat energiebelastingen zo laag mogelijk blijven.