Eksters

Als ik vanuit de kas de schuur inloop is het alsof ik verzeild raak in opnames van de film The Bird.

Ik hoor gekrijs boven me. Een ekster kijkt me kwaadaardig aan. Hij vliegt op, ziet geen uitweg en komt weer terug. Ik schreeuw ook. ’Ksssss!’ Opgejaagd vindt hij het gat naar de kas en met tweemaal hippen is hij door het luchtraam verdwenen. Rotkreng.

Mijn eerste kennismaking met eksters is alweer jaren geleden. Het ging om een nest in een trog van het schermdoek. Jonge vogeltjes die met hun bekjes open op voedsel zaten te wachten. Heel lief. Ik kan me niet herinneren dat we veel last van ze hadden. Dat is nu wel anders.

Want er heerst in onze buurt een ware eksterterreur. Dat merken onze katten. Zo gauw ze maar in de buurt komen van een nest komt de luchtmacht in actie. Luid schreeuwend worden ze belaagd door de grootste exemplaren. En of het nu komt doordat die katten van ons poessies zijn, ik weet het niet, maar de vogels winnen. Met de staart tussen de benen sluipen de katten weg. Kennelijk heeft een ekster gezag.

En denk nu niet dat het om bepaalde periodes in het jaar gaat. Nee, zomer en winter, voorjaar en herfst, het ziet zwartblauwwit van de vogels. En ik snap dat wel. Want waar is het nu beter toeven dan in een kassengebied? Als het regent of koud is hip je door een luchtraam naar binnen en klaar ben je. Spul voor een nestje? Je sloopt gewoon wat glaswol uit de isolatie van een verwarmingspijp. En traliespanten zat om even op uit te rusten en de boel onder te schijten.

En dat is nou net waar ik zo’n gruwelijke hekel aan heb. Want dat je gebruikmaakt van mijn gastvrijheid, prima, ga je gang. En dat je resten van oude gewassen meeneemt naar buiten, geen probleem. Maar je gaat niet mijn kostbare bloemen zitten onderflatsen! Ben je nou helemaal gek geworden!

En dus vraag ik aan onze loonwerker wat ik met die eksters aan moet. ’Ja joh, vroeger zetten we een schoteltje water neer met een smeerseltje.’ Een smeerseltje? ’Ja, parathion of zoiets. Maar dat kan natuurlijk niet meer.’ Nee, me dunkt. MVO en zo. Wakker Dier. Marianne Thieme. Hallo.

Nou ja, dan maar niet. Kippengaas in de lucht-ramen is ook niks. Nog een geluk dat koeien niet kunnen vliegen.