In het derde deel van de serie ’Effectief gebruik van vaste planten’ gaat Gerard van Buiten in op de relatie tussen ontwerp en onderhoud. Aan de hand van acht voorbeelden laat hij de relatie zien tussen soortengebruik, plantverband en onderhoud.
Het lijkt een open deur: van een goed ontworpen en aangelegde beplanting die niet goed wordt onderhouden komt uiteindelijk niets terecht. Toch komt dit nog vaak voor. Dat heeft te maken met gebrek aan budget, kennis en communicatie.
Kennis van zaken
Het is dan ook zaak om goed helder te hebben hoeveel onderhoud er aan een beplanting besteed kan worden. En niet alleen hoeveel uren, maar vooral ook hoeveel kennis van zaken nodig is voor het onderhoud.
Wanneer je een vak van 200 m2 inplant met één soort, dan is het onderhoud eenvoudig uit te leggen aan ongeschoolde mensen. Bij elke onderhoudsbeurt is ongeveer hetzelfde nodig; alles behalve de aangeplante soort moet er uit.
Plant je hetzelfde vak in met een prairiemix van 15 soorten dan wordt het een stuk ingewikkelder. De beplanting ziet er elk seizoen volledig anders uit, onkruid is niet zo eenvoudig te onderscheiden en soms heeft een van de soorten net even extra aandacht nodig.
Dynamiek
Je zou kunnen zeggen dat met een toename van het aantal soorten en de mate van menging van soorten ook de dynamiek in een beplanting toeneemt. En hoe groter de dynamiek, hoe meer vakkennis er nodig is. Je moet de dynamiek begrijpen om de beplanting te kunnen onderhouden. Daar staat tegenover dat de sier- en ecologische waarde van zo’n dynamische beplanting hoger zijn. Zo’n beplanting is bij het juiste onderhoud ook stabieler en duurzamer.
Serie artikelen
In het derde deel van de serie ’Effectief gebruik van vaste planten’ gaat Gerard van Buiten in op de relatie tussen ontwerp en onderhoud. Aan de hand van acht voorbeelden laat hij de relatie zien tussen soortengebruik, plantverband en onderhoud. Klik hier om het volledige artikel te lezen (met inlog). <