De waarde van de euro staat onder druk door het stuklopen van de onderhandelingen over een Duitse regeringscoalitie. De politieke zorgen in het economisch hart van Europa zijn echter minder groot dan de commentaren doen vermoeden.
Het verrassende einde van de onderhandelingen over een Duitse regeringscoalitie kwam begin deze week hard aan op valutamarkten. De euro daalde maandagochtend vroeg binnen een paar minuten met bijna 1% ten opzichte van de dollar. Die schade werd in de loop van de handelsdag weer goedgemaakt, waarna de euro maandagavond opnieuw onderuitging.
Sommige partijen voorspellen dat die schijnbeweging de inleiding vormen voor veel fellere koersschommelingen, terwijl Elsevier zich al afvraagt of de Jamaica-coalitie het Waterloo wordt van bondskanselier Angela Merkel. In werkelijkheid hoeft de valutawereld zich echter een stuk minder zorgen te maken dan dat je op basis van deze berichtgeving zou denken.
Nervositeit
Het is niet vreemd dat het stuklopen van de coalitieonderhandelingen wat nervositeit veroorzaakt. Dat wordt voor een deel veroorzaakt doordat bijna niemand het had zien aankomen. Voor het weekend was de algemene verwachting dat de partijen eruit zouden komen. De kloof tussen liberale pro-ondernemerspartij FDP en de Groenen over met name het asielbeleid leek niet onoverbrugbaar. Het nieuws dat FDP-leider Christian Lindner zich terugtrekt uit de besprekingen kwam dan ook als een donderslag bij een heldere hemel.
De tweede reden voor de huidige onzekerheid is dat Duitsland helemaal niet gewend is aan dit soort politieke onzekerheid. In het recente verleden kon er na Bondsdagverkiezingen altijd vrij snel een stabiele regeringscoalitie gevormd worden. Het is bovendien onduidelijk wat de volgende zet van Merkel gaat zijn.
Een minderheidscoalitie is een onbekend verschijnsel bij onze Oosterburen, terwijl ze met het uitschrijven van nieuwe verkiezingen haar eigen leiderschap nadrukkelijk ter discussie zou stellen. De sociaal-democraten (SPD) met wie het CDU van Merkel nu nog een regering vormen, gaven bij monde van partijleider Martin Schulz aan dat ze er weinig voor voelen om aan te schuiven bij de besprekingen.
Nederland als voorbeeld
Hoewel de huidige situatie op behoorlijk indruk maakt op volgers van de Duitse politiek, zullen veel Nederlanders hun schouders ophalen bij het horen van het nieuws. Een aantal maanden geleden gebeurde hier immers precies hetzelfde. Na enkele weken onderhandelen trok Groen Links zich onder leiding van Jesse Klaver terug uit de onderhandelingen.
Indertijd leek Nederland ook af te stevenen op een minderheidscoalitie of nieuwe verkiezingen. Toch stond eind oktober gewoon het nieuwe kabinet Rutte III op het bordes. Het is dan ook veel te vroeg om de mogelijkheden uit te vlakken dat de FDP opnieuw aanschuift bij de onderhandelingen of dat de SPD gaan meepraten over het vormen van een coalitie.
Zijspoor
Zelfs als er nieuwe verkiezingen komen, is de kans klein dat de CDU/CSU van Merkel buiten spel komt te staan. In september haalde de partij nog een derde van alle stemmen binnen. Daarmee was de CDU/CSU een stuk groter dan de SPD die met 20,9% van de stemmen de een na grootste was. Hoewel de krantenkoppen anders doen vermoeden, is het lastig om een scenario te verzinnen waarin Merkel, zonder dat ze het zelf wil, op een zijspoor belandt.
Voorlopig heeft de Duitse coalitiecrisis veel weg van een storm in een glas water. De koersdruk op de euro heeft dan ook een tijdelijk karakter. In ieder geval totdat handelaren zich zorgen gaan maken over de Italiaanse verkiezingen die voor komend voorjaar in de planning staan.