Dick Maarsen (64) begon op zijn 32ste bij de Historische Tuin Aalsmeer, eerst als werknemer, daarna als tuinchef. Hij werkt er nog steeds. De Historische Tuin is een bedrijf zoals zijn vader ook had. Net zo ouderwets.
Maarsen is Vakgenoot in het eerste Vakblad van 2020. We spraken hem ook omdat we in dat nummer voor het eerst terugblikken op 75 jaar Vakblad voor de Bloemisterij. Dat gaan we komende edities vaker doen. Puur om bepaalde ontwikkelingen in de sierteeltsector te duiden, bijvoorbeeld over gewasbescherming en bij veilingen. In het eerste Vakblad van 2020 gingen we terug naar de beginjaren van de sierteelt, grofweg vanaf 1900 tot en met WOII. En Maarsen vertelt als Vakgenoot over zijn geschiedenis en de ervaringen bij de Historische Tuin Aalsmeer.
Wat heb jij met de Aalsmeerse historie?„Ik ben opgegroeid in De Buurt, het oudste teeltgebied van Aalsmeer. Mijn vader en mijn oom hadden daar een kwekerij met trekheesters en perkgoed, verdeeld over zes eilandjes met een totale oppervlakte van 2 ha. Er stonden twee kleine kasjes voor het stekmateriaal; het was toen al een ouderwets bedrijf. Op mijn dertiende is mijn vader overleden. Het was toen niet de vraag of de kwekerij bleef bestaan, dat was vanzelfsprekend. Na schooltijd heb ik altijd mijn oom geholpen, die al in de tachtig was.”Heb je nog een opleiding kunnen doen?„Ja, ik heb het diploma ’Vakbekwaam bloemist’ gehaald in deeltijd opleidingen. Na mijn twintigste ben ik gaan werken op het bedrijf van de voorzitter van de veiling, Jan Maarsse Albertszn. Er was zo’n tekort aan werkkrachten dat ik een vrijstaand huis kreeg aangeboden met een grote tuin. De baas was er niet vaak, dus ik had genoeg te doen.”
Het volledige interview met Dick Maarsen leest u in Vakblad voor de Bloemisterij nr. 1. Digitaal is het te vinden via deze link.
