De btw-regeling voor de landbouw komt per 1 januari 2018 te vervallen. Dat maakt het demissionair kabinet bekend bij de presentatie van het belastingplan voor 2018 op Prinsjesdag.
Het betekent dat land- en tuinbouwers voortaan gewoon als elke andere ondernemer btw moet gaan rekenen over goederen, maar ook btw kunnen terugvragen.
In een toelichting legt het kabinet uit dat enkele argumenten om de regeling in te voeren in 1968 inmiddels niet meer gelden. Bijvoorbeeld het argument dat je landbouwers niet moet opzadelen met een btw-administratie. „Door de modernisering van de landbouwsector die sindsdien heeft plaatsgevonden, verschillen landbouwers echter niet wezenlijk meer van andere ondernemers. Voor veel landbouwers die op dit moment van de landbouwregeling gebruikmaken, zal het bijhouden van een btw-administratie niet of nauwelijks problemen moeten opleveren”, schrift het kabinet.
Daarnaast is het niet kunnen terugvragen van de btw een probleem voor bedrijven die veel investeren. Die bedrijven kiezen er daarom al langer vrijwillig voor om geen gebruik te maken van de btw-regeling.
Tot slot rekent het demissionair kabinet in de toelichting af met politieke tegenwind tegen deze maatregel. In de begrotingsbehandeling van 2016 is afschaffing van de regeling aan de orde geweest. Een motie waarin werd opgeroepen de landbouwregeling ongemoeid te laten, werd toen verworpen door een meerderheid van de Tweede Kamer.
Daarbij wordt er dan voor het gemak maar even niet bij vermeld dat ons product voor de eindgebruiker 15% duurder wordt en de overheid dus indirect de belasting verhoogt / netto meer ontvangt.