‘Zie je ze?’ Achter adem diept hij een steek grond op en houdt hem voor m’n neus. ‘Kijk eens wat een mooie wortels? Op een halve meter diepte! Dat zijn de waterhalers. Die zorgen ervoor dat het gewas op het eind nog kan drinken en voeding krijgt. En weet je wat je doet met spitten en stomen? Je vernietigt ze!’
Ik wist inderdaad niet dat ze zoveel diepgang hadden, die wortels. Hoewel, na enig nadenken begin ik over het nathouden van de tweede steek. Als je de teelt na het stomen niet voldoende water geeft krijg je ongelijkheid, omdat het onderin niet nat genoeg is. ‘De tweede steek? Wat bedoel je daarmee?’ Twee paar ogen kijken me vol onbegrip aan. ‘Nou,’ zeg ik, ‘hoe diep heb je nu net gegraven? Twee steken toch?’ Mijn vader zou z’n hoofd schudden. En deze mensen moeten ons leren beter met de bodem om te gaan?
Ik begin over lisianthus. Niet stomen daar zorgt voor veel uitval. Ja, dat weten ze. Ze gaan er binnenkort proeven voor opzetten. ‘Want wij horen ook dat een betere bodemweerbaarheid bij dat gewas niet werkt. We zullen zien!’, klinkt het strijdvaardig. Lijkt me inderdaad wel een omslag voor lisianthuskwekers, niet meer stomen. Dat zijn nog grotere liefhebbers dan ik. Maar ja, wat wil je met zo’n naam. Eustoma.
Toch vertrouw ik ze met hun verhalen over schimmels en organische mest in plaats van kunstmest dat de grond alleen maar verarmt. Er zit iets in. Maar ergens in mij zit toch ook die argwaan. Vooral als wordt beweerd dat wortelduizendpoot vanzelf uitsterft als je voor een goed bodemleven zorgt. Dat riekt mij toch iets teveel naar knoflookextract. Of als wordt geponeerd dat de uitvloeier Motto de grond geen goed doet. Dat dacht een collega-kweker ook. Hij gaf voor de ongelijkheid in zijn gewas de schuld aan deze uitvloeier. Later bleken verkeerde nozzles in zijn sproeiers de boosdoeners. Ik bedoel maar.
Maar toch hè, stel dat het werkt. Dat je niet meer hoeft te stomen voor een goede matricariatak. Tjonge. Ik denk dat ik dan toch ga overstappen op lisianthus.
Kees van Egmond