Het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) heeft via een quickscan het nieuwe schema PlanetProof vergeleken met het oude schema. De conclusie is dat het een vergelijkbare ambitie heeft. CLM merkt wel op dat het schema (bewust) minder ambitieus is op het gebied van voedselveiligheid en arbeidsomstandigheden.
Dit heeft alles te maken dat PlanetProof een op zichzelf staand keurmerk wil zijn. Er worden geen verbindingen gemaakt, via een zogenoemde add-on, met andere certificeringen, zoals GlobalGAP en GRASP.
Voor enkele belangrijke criteria zijn nog geen (definitieve) normen opgenomen, zoals de emissie in CO2-equivalenten en het vereiste aantal bonuspunten met keuzemaatregelen. De conclusie over ambitieniveau hangt mede af van de definitieve normen.
De ambitie loopt ook gevaar volgens CLM wanneer te veelvuldig gebruik wordt gemaakt van het compenseren van maluspunten op het thema gewasbescherming met bonuspunten op andere thema’s.
De inschatting klopt dat door het nieuwe schema het aantal deelnemende bedrijven vanaf 2017/18 aanzienlijk gaat toenemen. Dit levert een aanzienlijke milieuwinst op, maar heeft ook een keerzijde. Veel nieuwkomers, waaronder relatief veel telers die zich ‘niet vrijwillig’ maar onder druk van de afnemer laten certificeren, zorgen dat er ook meer druk komt te staan op het schema en de borging er van. Zo is denkbaar dat er meer aanvragen komen voor de calamiteitenregeling.
Voor Greenpeace en Jumbo was minimaal een gelijkblijvend ambitieniveau een belangrijke voorwaarde om de nieuwe standaard te ondersteunen en deze te hanteren als inkoopnorm.
Wil je weten hoe deelnemers aan PlanetProof oordelen over het nieuwe schema, lees morgen, 2 maart, het omslagverhaal in de Bloemisterij
