Het zijn boeiende tijden voor degenen die afhankelijk zijn van internationale economische handelspolitiek. De handelwijzen van Trump en Johnson en reacties daarop vullen dagelijks het nieuws.
In 1980 kwam de Amerikaanse topeconoom Klugman met een compleet nieuwe theorie over internationale handel. Centraal in deze theorie stonden schaalvoordelen, productdifferentiatie en handelspatronen. Hiervoor ontving hij in 2008 de Nobelprijs voor Economie. Niet moeilijk te bedenken dat als je een muur om je heen bouwt, je alles zelf maakt en consumeert, de internationale handel nul is. Internationale handel groeit naarmate daar wordt geproduceerd waar de comparatieve voordelen het grootst zijn, waar je door innovatie specialties produceert en nieuwe markten worden gevonden of ontwikkeld.
Protectie door de grenzen te sluiten en andere landen als concurrenten te beschouwen bevorderen welvaart en welzijn in de wereld niet. Het is natuurlijk van belang dat sprake is van een gelijk speelveld en daar ontbreekt het wel eens aan. In de sierteelt hebben we het zien gebeuren. De vorming van de EU was ondanks opkomende concurrentie van zuidelijke landen een zeer gunstige ontwikkeling. De groeiende productiemogelijkheden in Afrika leidde tot productdifferentiatie in Nederland, maar ook tot internationalisering van Nederlandse producenten. Door de import van de veiling en handelsimporteurs wist de Nederlandse handel haar positie in de groeiende wereldhandel te vergroten, hetgeen ook indirect gunstig was voor producenten in Nederland.
Kijken we vooruit dan zie ik vier belangrijke ontwikkelingen voor de Nederlandse sierteelt. Allereerst zijn er nog steeds groeimogelijkheden in EU XL. Ten tweede wordt meer dan gemiddelde groei verwacht in Zuidoost-Azië. Ten derde vergroten digitale direct sales platforms de internationale competitie. En tenslotte ontwikkelen zich meer directe fysieke distributienetwerken tussen bronnen van productie en afzetlocaties door dikkere productiestromen buiten Nederland om. Een sterk marktaandeel in deze wereldstromen betekent, kijkend naar de internationale agrofood sector, ook een directe versterking van de Nederlandse producenten nationaal en internationaal.
Tenslotte zou het toch een rare gedachte zijn als premier Rutte Nederlandse tuinders oproept zich terug te trekken uit Afrika of handelshuizen zich terug te trekken uit Amerika of China en deze landen slechts als concurrenten te beschouwen. Andersom moeten buitenlandse politici natuurlijk afnemers niet oproepen niet meer van Nederlandse producenten of handelshuizen te kopen. Het is maar aan welke kant je staat!!
Herman de Boon,
Bestuurder en commissaris
Lees hier eerder verschenen columns van Herman de Boon