Carola Schouten, nu nog Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie, wordt minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en tevens een van de drie vice-premiers. Dat heeft formateur Mark Rutte vrijdagavond 20 oktober bekendgemaakt. Het is voor het eerst sinds zeven jaar dat er weer een landbouwminister is met een eigen departement.
De in Rotterdam woonachtige Carola Schouten (1977) is sinds 2011 Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie. Door de parlementaire pers werd zij aan het eind van dat jaar uitgeroepen tot ’Politiek talent van het jaar 2011’. In de Tweede Kamer heeft Schouten zich onder meer beziggehouden met financieel-economische onderwerpen, sociale zaken en werkgelegenheid.
’Liefde voor ondernemen’
Schouten groeide op in het Noord-Brabantse Giessen als dochter van een melkveehouder. In een interview met opinieblad Forum van werkgeversorganisatie VNO-NCW zei ze daar vorig jaar over: „Ik ben opgegroeid op een boerderij met koeien. Mijn vader overleed toen ik negen was. Daarna moest mijn moeder de boerderij met drie meiden runnen. Het was hard werken maar ook mooi om te doen. We zetten het werk van mijn vader voort, als vrouwen in een mannenwereld. Als je echt wilt, dan kom je een heel eind, met de hulp van anderen. Op de boerderij is mijn liefde voor ondernemen ontstaan. Ik hield mij bezig met de financiën, investeringen, de inkoop van grondstoffen.”
Landelijk bekend werd Schouten door haar voorzitterschap in 2015 van een Kamercommissie die onderzoek ging doen naar het lekken van geheime informatie uit de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (de zogeheten commissie-Stiekem). Ook was zij de afgelopen maanden tijdens de onderhandelingen over de kabinetsformatie veelvuldig op tv te zien als medeonderhandelaar namens haar partij, naast hoofdonderhandelaar Gert-Jan Segers. Schouten studeerde bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam.
Maandag en dinsdag ontvangt Rutte de beoogde bewindspersonen. Hij verwacht zijn nieuwe ministersploeg op donderdag 26 oktober te kunnen presenteren op het bordes van Paleis Noordeinde in Den Haag.
