De Chinese markt voor bloemen en planten ontwikkelt zich snel. Niet voor niets wordt voor Azië de komende tien jaar een verdere groei van de consumptie verwacht van 80%. Hoewel aardig wat Nederlandse bedrijven inmiddels actief zijn in China, staan telers niet te trappelen om te gaan pionieren. ,,Wil je echt profiteren van de booming business in China, dan moet je er als teler ook zitten.”
Voor een Chinees is het nog niet heel makkelijk om een mooie bos bloemen of een fraaie potplant te kopen. Natuurlijk is er de straatmarkt, maar in het immens grote land met 1,4 miljard inwoners zijn er – afgezien van de grote kapitaalkrachtige steden als Shanghai en Beijing – niet veel echte bloemisten. Dat is aan het veranderen.
De consumptie van bloemen en planten is de laatste 10 jaar flink verschoven, zo vertelde Oscar Niezen, CEO van adviesbureau Cohort Consulting, afgelopen voorjaar op een bijeenkomst van Rabobank in Zaltbommel. Hij werkt in opdracht van het ministerie van Economische Zaken aan een marktrapport over de Chinese sierteeltsector.
Tien jaar geleden was driekwart van de consumptie van snijbloemen zogenaamd institutioneel, oftewel voor de overheid, hotels, feesten en bedrijfsopeningen. In potplanten ging zelfs 90% naar dit marktsegment, vertelt Niezen.
In 2012 besloot de overheid echter minder royaal met de geldbuidel te wapperen en startte een zogeheten anti-blingblingcampagne. „In de twee jaar erna zakte de potplantenmarkt in China met 30% in”, aldus Niezen. „Maar inmiddels is deze terugval meer dan goed gemaakt door de stijgende consumentenverkoop.”