Bollentelers in de Overijsselse gemeente Ommen hebben met drinkwaterbedrijf Vitens principeafspraken gemaakt over een in 2018 te starten pilot duurzame gewasbescherming. Afgesproken is dat telers weer bloembollen mogen telen in grondwaterbeschermingsgebieden, wat tot nu toe verboden is, terwijl de inzet van gewasbeschermingsmiddelen in een groter gebied – het zogeheten intrekgebied – wordt beperkt. Vergeleken met de huidige situatie krijgen bollentelers daarmee meer ruimte om te telen, wat volgens beide partijen een win-winsituatie oplevert.
De principeafspraken houden in dat telers geen schadelijke gewasbeschermingsmiddelen zullen gebruiken die gemakkelijk het grondwater bereiken. Deze middelen worden geregistreerd en tijdens de pilot worden de effecten op de grondwaterkwaliteit gemonitord. Daarnaast werken de telers ook aan andere maatregelen om hun teelt verder te verduurzamen. De resultaten van de monitoring worden jaarlijks geëvalueerd met alle betrokken partijen.
De start van de pilot is nog niet helemaal rond. Daarvoor moet de gemeenteraad van Ommen eerst het bestemmingsplan Buitengebied wijzigen. Sinds 2010 is daarin een verbod opgenomen op sierteelt in grondwaterbeschermingsgebieden. Door een uitspraak van de Raad van State uit 2016 moet de gemeente Ommen dat verbod opnieuw bekijken. De gemeenteraad van Ommen heeft zich begin dit jaar uitgesproken voor behoud van het verbod, maar heeft Vitens en de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB) opgeroepen te werken aan een samenwerking als alternatief voor het verbod. Vitens en de KAVB hebben daaraan gehoor gegeven.
Het verbod op sierteelt in grondwaterbeschermingsgebieden in het bestemmingsplan moet zodanig worden aangepast dat bollenteelt weer mogelijk wordt. Ook moeten de afspraken over de pilot tussen de KAVB en Vitens juridisch erin verankerd worden. Afhankelijk van de besluitvorming in de gemeenteraad is de planning van Vitens en de KAVB erop gericht in 2018 te starten met de pilot.