Het streven van landbouwminister Schouten is om in 2030 te komen tot weerbare planten en teeltsystemen en een sterke verbinding tussen land- en tuinbouw en natuur. Daarom moet er volgens de bewindsvrouw een trendbreuk komen in het huidige gewasbeschermingsbesluit. Die andere weg wil ze inslaan met de gehele keten in de land- en tuinbouw en natuur- en milieuorganisaties.
Tien verschillende partijen hebben dan ook hun zegje mogen doen over de zogenoemde ’Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming 2030’. Enkele van hen waren 28 september aanwezig bij Vereeckenfruit in Dronten waar Schouten de visie presenteerde.
„Ik heb grote waardering voor de manier waarop zoveel verschillende partijen hebben samengewerkt om dit uitvoeringsprogramma tot stand te laten komen. We hebben elkaar allemaal nodig om de land- en tuinbouw toekomstbestendig te houden en in balans met natuur, milieu en onze leefomgeving. Die opgave is niet te onderschatten, maar als alle betrokken partijen deze stappen blijven zetten, kunnen we samen een heel eind komen”, aldus Schouten.
12 miljoen euro
Onder meer wordt ingezet op meer onderzoek en pilotprojecten om te komen tot een land- en tuinbouwpraktijk die zo min mogelijk behoefte hebben aan chemische (hoog risico) gewasbeschermingsmiddelen en daarmee beter in balans met natuur en milieu. Voor de periode 2020-2022 trekt LNV hiervoor respectievelijk 2, 4 en 6 miljoen euro uit.
Teler centraal
Joris Baecke, portefeuillehouder Gezonde Planten bij LTO Nederland, is blij dat de teler centraal staat in dit programma en de verantwoordelijkheid wordt gedeeld door overheden, ngo’s en sectorpartijen. „Het wordt voor agrarisch ondernemers steeds moeilijker om een gezond en rendabel gewas te telen, door onder andere een afnemend middelenpakket en toename van milieu- en markteisen. Hoewel we als sector al flink investeren in weerbare teeltsystemen, zijn we blij dat er met het uitvoeringsprogramma nu een brede verantwoordelijkheid ligt om de stip op de horizon te bereiken.”
Conno de Ruijter, directeur Agrodis, vindt ook dat agrarische ondernemers de tijd en ruimte moeten krijgen om deze transitie vorm te geven en succesvol te laten zijn. „Dat vraagt ook begeleiding van de overheid. Wetgeving en beleid moeten hier namelijk nog wel voor worden aangepast. Dit vergt vaak veel tijd.”
Voldoende beoordelingscapaciteit
Voor Nefyto wordt het cruciaal dat in de EU voldoende beoordelingscapaciteit aanwezig is, zodat nieuwe middelen, waaronder biologische en laag risico middelen, beschikbaar komen voor de teler.
Betrokken partijen
De betrokken partijen zijn Agrodis, Artemis, CTGB, Cumela, Fedecom, LTO Nederland, Natuur en Milieu, Nefyto, NVWA, Plantum, Unie van Waterschappen, Vewin, het Ministerie van LNV en het Ministerie van IenW.