Voor agrarische gebouwen die buiten gebruik raken zou de WOZ-waarde nul moeten zijn, omdat de waarde van deze gebouwen nihil is. Althans zo stelt stelt Bert van den Kerkhof, hoofd Vaktechniek Belastingadvies bij ABAB. Daarom start het accountantskantoor een principezaak.
Volgens Van den Kerkhof is de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) niet consequent: „De VNG verwacht dat er tot 2030 ongeveer 32 miljoen vierkante meter aan agrarische bedrijfsgebouwen leeg komt te staan. Stel, optimistisch geschat, dat de helft van deze oppervlakte een andere bestemming kan krijgen, dan moet nog altijd de andere helft gesloopt worden. Dat betekent dat dat er 12 jaar lang elke dag ruim 5000 vierkante meter gesloopt moet worden. En in veel gevallen vragen asbestdaken om een zorgvuldige en arbeidsintensieve sloop.”
Basis voor WOZ-waarde
Gezien het vooruitzicht van de VNG op grootschalige sloop van bedrijfsgebouwen, lijkt het voor de hand te liggen dat gemeenten de waarde van vrijkomende agrarische bebouwing zeer laag taxeren in het kader van de WOZ. Toch baseren taxateurs hun oordeel over de WOZ-waarde doorgaans op verkoopprijzen van gebouwen die bouwtechnisch vergelijkbaar zijn. Zonder daarbij te letten op de bruikbaarheid.
Theorie versus praktijk
De WOZ-waarde is medebepalend voor de te betalen onroerendezaakbelasting (ozb). „De taxateurs van de gemeente gaan ervan uit dat de gebouwen ook echt te verkopen zijn, maar dat is niet de realiteit”, weet Van den Kerkhof, Hij vervolgt: „In theorie kunnen de gebouwen worden gebruikt als caravanstalling of groepsaccommodatie maar in de praktijk zijn ze hiervoor niet geschikt of moet er eerst nog fors geïnvesteerd worden. De VNG onderkent dit zelf ook.”
De gevolgen van een te hoge WOZ waardering zijn groot voor een ondernemer. Niet alleen voor de hoogte van de onroerendezaakbelasting maar ook op de afschrijving van gebouwen. Deze is namelijk beperkt door de WOZ-waarde. Ondernemers mogen nu nog tot 50% van de WOZ-waarde van het gebouw afschrijven.
