De Britse verkiezingen van deze week beloven behoorlijk spannend te worden. Dat is een streep door de rekening van premier Theresa May – en van het Britse pond, stelt columnist Laurens Maartens.
De Britse bevolking gaat donderdag voor de tweede keer binnen een jaar naar de stembus. Op 23 juni 2016 werd er in het Brexit-referendum gestemd over het EU-lidmaatschap. Een jaar eerder leek het uitschrijven van dat referendum nog een meesterzet te zijn van de toenmalige Britse premier David Cameron.
Cameron vertrouwde erop dat het merendeel van de Britten er de voorkeur aan zou geven om de aansluiting met de EU te houden. Zijn plan was om zo een groter draagvlak te creëren voor het doorzetten van zijn politieke koers. In plaats daarvan haalde het Brexit-kamp een nipte meerderheid, waarna Cameron opstapte. Het heeft er alle schijn van dat zijn opvolgster Theresa May nu ook een flinke misrekening heeft gemaakt.
Flinke misrekening
Premier May heeft de nieuwe verkiezingen voor het Lagerhuis van het parlement half april uitgeschreven. Daarmee wilde ze handig gebruik maken van haar groeiende populariteit die ze te danken heeft aan haar harde lijn in de onderhandelingen met de Europese Unie. Haar conservatieve Partij stond anderhalve maand geleden in de peilingen nog op een mooie winst.
Met een grotere meerderheid in het Britse parlement zou May minder afhankelijk zijn van enkele parlementariërs die inzetten op een harde Brexit. Bovendien hoeft ze zich dan geen zorgen te maken dat er vlak na het aflopen van de deadline van de onderhandelingen met de EU weer verkiezingen zijn, waarin ze mogelijk hard wordt afgerekend op mogelijke vertragingen of concessies.
Het heeft er alle schijn van dat May zichzelf met de vervroegde verkiezingen in de voet heeft geschoten. Vorige week dinsdag publiceerde The Times de uitslag van een YouGov-peiling, waaruit naar voren kwam dat de Conservatieve Partij van May maar liefst 20 zetels kon verliezen. Labour – de belangrijkste tegenstrever van de conservatieven – zou er juist dertig bij krijgen.
The Times tekende bij die uitslag meteen aan dat de peiling een vrij grote foutmarge heeft. Toch liet de reactie op valutamarkten zich hard voelen. Binnen enkele uren viel het pond viel ten opzichte van de dollar met ruim een half procent terug tot het laagste niveau sinds de verkiezingen werden uitgeschreven. De klap lijkt nog maar het begin van de pondpijn.
Verkiezingen met grote gevolgen
Na het uitroepen van de verkiezingen is de Britse munt wat opgeveerd ten opzichte van de dollar en de euro. Handelaren anticipeerden daarmee op de grotere ruimte die May zou krijgen om haar eigen beleid te voeren. Inmiddels is de wisselkoers weer ongeveer terug op het niveau van half april, waarmee de markt inprijst dat de Conservatieve Partij in ieder geval haar meerderheid behoudt. Als dat beeld bijgesteld moet worden, zijn de gevolgen groot.
De klap komt het hardst aan als Labour een meerderheid haalt. De Partij heeft vooral grote plannen om de Britse economie te hervormen. Een duidelijke strategie voor de Brexit-onderhandelingen ontbreekt en dat zal voor onzekerheid zorgen op valutamarkten. De kans op een Labour-zege is echter vrij klein. Het is een aannemelijker dat May geen absolute meerderheid haalt en op zoek moet naar een andere Partij om toch de meerderheid te houden in het parlement. Die onderhandelingen wakkeren dan weer de politieke onzekerheid aan.
De valutamarkten lijken voorlopig nog heel sterk rekening te houden met een overwinning van de Conservatieve Partij, maar die kans neemt volgens de peilingen langzaam af. In bijna elk ander scenario komt het pond onder druk te staan. Beleggers kunnen dan ook positie kiezen voor een daling van de Britse munt, terwijl ondernemers naar mogelijkheden moeten kijken om hun toekomstige inkomsten in ponden af te dekken.
Laurens Maartens is valuta-expert bij de Nederlandsche Betaal & Wisselmaatschappij (www.nbwm.nl). Deze column geeft zijn persoonlijke mening weer. Deze informatie is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies.
