Zo’n 200 potjes met zeldzame blaasvarens zijn van kamp Soesterberg naar de Hortus Botanicus in Leiden overgebracht. De varens werden in 2009 aangetroffen onder ongebruikte legertrucks.
De blaasvarens (Cystopteris fragilis) bezorgden Defensie de nodige hoofdbrekens. De trucks stonden namelijk op de nominatie om verkocht te worden, maar mochten vanwege de vondst van de varens niet worden verplaatst.
Uiteindelijk is de oplossing gekozen om de vele duizenden plantjes uit te zetten bij de diverse botanische tuinen in Nederland, waaronder de Leidse Hortus. De afgelopen weken zijn ze in groepen uitgeplant.
Varenkenner Harry Roskam: „Nu al is te zien dat ze, eenmaal in de volle grond, goed uitlopen. De komende jaren moet uitwijzen of ze zich ook kunnen handhaven. De varentuin in de Hortus is immers niet de plek waar ze oorspronkelijk groeiden.’
Heisa
Roskam vraagt zich af of alle heisa nodig was. De blaasvaren hoort namelijk thuis in het gebergte op schaduwrijke stenige plekken. In Zuid-Limburg is de soort soms massaal aanwezig op bijvoorbeeld storthopen van vuursteen uit de mergelgroeves.
„Zo zeldzaam is de soort dus niet in Nederland. Soms kan de wet wel eens te star worden toegepast met alle kosten van dien. Het zou de moeite waard zijn om over een jaar of twee te onderzoeken hoeveel van deze varens op hun nieuwe standplaats het hebben overleefd.”