Het afwisselend inzetten van niet-chemische bestrijdingsmethoden levert de schoonste straten op. Dit blijkt uit onderzoek van de Belgische Universiteit Gent en het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw (OCW).
Het telkens toepassen van één en dezelfde niet-chemische bestrijdingsmethode op verhardingen leidt tot verschuivingen in de onkruidsamenstelling. Minder gevoelige soorten blijven over en breiden zich steeds verder uit. Als gevolg daarvan wordt de onkruidbestrijding lastiger en duurder. De Belgische onderzoekers pleiten er daarom voor om niet-chemische onkruidbestrijdingstechnieken geregeld met elkaar af te wisselen.
Paardenbloem en hoornbloem
De onderzoekers vergeleken vijf eenzijdige toepassingen (borstelen, hete lucht, selectief heet water en hete vlam) en twee scenario’s waarbij borstelen met hete lucht werd afgewisseld. Hieruit bleek dat door bijvoorbeeld alleen maar te bestrijden met heet water paardenbloem (Taraxacum officinale) de overhand krijgt en bij hete lucht de gewone hoornbloem (Cerastium fontanum).
Minder behandelingen nodig
Daarnaast toonde de vergelijking aan dat door het afwisselen van de onkruidborstel met de heteluchttechniek al na twee jaar minder behandelingsbeurten nodig zijn dan wanneer een van de twee eenzijdig wordt toegepast. Ook leidde het alternerend inzetten van de twee technieken tot een lager aandeel van de hogere planten in de totale onkruidflora.
Wissel