Staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat wil op korte termijn de wettelijke basis herstellen onder het gebruiksverbod voor gewasbeschermingsmiddelen. Dit schrijft zij in een brief aan de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel is zowel van toepassing op de particuliere als de professionele gebruiker.
Op 24 november zette het Gerechtshof Den Haag een streep door het professioneel gebruiksverbod op gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw. Volgens de rechtbank ontbreekt de wettelijke grondslag voor het gebruiksverbod. Staatssecretaris Van veldhoven wil nu de bestaande wettelijke grondslag zodanig aanpassen dat het gebruiksverbod weer van kracht wordt.
Wetsvoorstel
Er ligt inmiddels een wetsvoorstel bij de Raad van State. Dit voorstel regelt volgens de staatssecretaris een wettelijke grondslag voor maatregelen zowel voor particulier als professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw. Daarbij bekijkt Van Veldhoven op basis van verkoopcijfers of een particulier gebruiksverbod ook moet worden ingevoerd. Na advies van de Raad van State wordt het wetsvoorstel aan de Tweede Kamer voorgelegd.
Geen gevolgen
Volgens Van Veldhoven heeft de uitspraak van de rechtbank geen gevolgen voor de afbouw van de uitzonderingen op het gebruiksverbod. Afspraken over beëindiging van vermijdbaar gebruik van gewasbeschermingsmiddelen hoeven niet te worden aangepast. Ook de pilot door Prorail met chemievrij beheer en de beëindiging van gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door Rijkswaterstaat komend jaar, worden doorgezet.
Motie
De staatssecretaris reageert met haar brief op een motie van GroenLinks, D66, ChristenUnie en Partij voor de Dieren. In de motie wordt het kabinet opgeroepen om ‘zo snel als mogelijk een toereikende rechtsgrondslag te creëren in de wet die het mogelijk maakt het eerdere door de Kamer ingestelde verbod weer te bekrachtigen’. De motie van 8 december is door de Tweede Kamer aangenomen met 93 stemmen voor.
Stap terug in de tijd
Daarnaast is de brief een reactie op een oproep van de VHG om zo snel mogelijk duidelijkheid te scheppen. VHG-directeur Egbert Roozen: „Ik ben blij dat de staatssecretaris, naar aanleiding van onze brief en op aandringen van de Tweede Kamer, zo serieus naar het probleem heeft gekeken. Het opheffen van het verbod leidde tot een onduidelijke situatie voor de ondernemers in onze branche. Zij hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in kennis en materieel om onkruid op alternatieve manieren te kunnen bestrijden. Voor hen is het belangrijk dat er duidelijkheid over wet- en regelgeving is en dat er in de markt sprake is van een gelijk speelveld.”
Volgens Roozen zou terugvallen op chemische middelen daarnaast een stap terug in de tijd betekenen. „Het verbod op het professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw is in 2017 ingesteld, omdat de concentratie van chemische middelen in het oppervlaktewater alarmerend hoog was en dat de drinkwaterbereiding hierdoor in het gevaar kon komen. De niet-chemische onkruidbestrijding dient daarmee ook een breed maatschappelijk belang.”
Chemievrij beheren
Roozen doet dan ook een beroep op beheerders en bedrijven: „Ik roep iedereen op in de tussenliggende periode tot aan het opnieuw van kracht worden van het verbod om de groene buitenruimte chemievrij te blijven beheren. Die oproep heb ik, samen met de Koninklijke Vereniging Stadswerk Nederland, onlangs ook al aan alle gemeenten gedaan. Het is goed dat de staatssecretaris die oproep ook in haar brief doet. We zullen de komende periode nauw met elkaar optrekken om eventuele knelpunten voor onze ondernemers in dit dossier weg te nemen.”