In de Plantentuin Meise in België is gestart met de aanleg van een nieuw serrecomplex van 7.100 m² en twee gloednieuwe onthaalgebouwen. Het is de volgende grote stap van het Masterplan van de Vlaamse Overheid, die meer dan €103 miljoen investeert in de Plantentuin.
De Vlaams minister van Toerisme, Ben Weyts, en een vertegenwoordiger van de Vlaamse minister van Innovatie Philippe Muyters, hebben de eerste schep in de grond gestoken voor grootschalige werken die Plantentuin Meise zullen transformeren tot een toeristische topattractie en een wetenschappelijk instituut met internationale uitstraling.
Groene Ark
De wetenschappelijke uitstraling van de Plantentuin krijgt extra glans met de bouw van ‘de Groene Ark’: een serrecomplex van 7.100 m², inclusief een ruimte waar het wetenschappelijk werk van de Plantentuin gedemonstreerd wordt. Het nieuwe serrecomplex vormt een aanvulling op de twee bestaande serrecomplexen, die momenteel niet toegankelijk zijn voor het publiek.
In 40 onderling verbonden kassen worden 9.000 plantensoorten, waarvan een groot aantal bedreigde, bewaard en opgekweekt en worden de onderzoeks- en oranjeriecollecties gehuisvest. Het dienstgebouw (dat aan de serres grenst) wordt ook gerenoveerd om de thuis te worden van de zadenbank en de kantoren van de onderzoekers.
Parel
„Met Plantentuin Meise beschikt Vlaanderen over een verborgen wetenschappelijke parel. Dankzij deze investeringen zal de Plantentuin zowel nationaal als internationaal zijn rol kunnen blijven opnemen voor de bescherming van plantensoorten wereldwijd”, zegt Vlaams minister van Innovatie Philippe Muyters.
„We laten de Plantentuin uitgroeien tot een bezoekersattractie van wereldklasse”, zegt minister van Toerisme Ben Weyts. „Amper een paar jaar geleden stond onze prachtige Plantentuin nog te verkommeren als een verwaarloosde federale instelling. Nu geeft Vlaanderen de Plantentuin van Meise een nieuwe toekomst.”
Alle werken gebeuren in overleg met het Agentschap Onroerend Erfgoed en het Agentschap Natuur en Bos. Zo werd in onderling overleg met deze Vlaamse Agentschappen beslist om 11 oorspronkelijke beuken te vervangen door de aanplanting van 48 watercipressen of Metasequoia glyptostroboides.