Een proefproject met agrarische groenstations in de gemeente De Friese Meren krijgt een vervolg. Twee melkveehouders in Sint Nicolaasga en Rottum composteren het gemeentelijk groenafval en zetten de compost in voor de verbetering van de bodemvruchtbaarheid van hun maïsland.
Inmiddels is 4.400 kuub biomassa van de gemeente omgezet tot compost. De helft is op het land gebracht voor de verbetering van de bodemvruchtbaarheid. Er is becijferd dat hierdoor de uitstoot van CO2 door transport, brandstof en kunstmest met 138.300 kg is gereduceerd. De boeren bespaarden ruim 18.000 euro op aankoop van kunstmest.
Uit de evaluatie van het project is nog niet hard te maken dat er een positieve bijdrage aan het bedrijfsresultaat van de melkveebedrijven wordt geleverd. Het effect van de inzet van compost op de bodem is wel zichtbaar. De groei van planten op de grond waarop de compost is uitgereden, is beter dan op andere plekken.
Het financieel voordeel voor de gemeente De Friese Meren is nog beperkt. De kosten voor de afvoer naar de agrarische groenstations zijn ongeveer 13.000 euro lager dan het transport naar een regulier composteringsbedrijf. De gemeente had in de samenwerking met de composteerders ook enkele financiële voordelen die er nu niet meer zijn. Desalniettemin zijn de positieve effecten op het gebied van duurzaamheid, bodemvruchtbaarheid en werkgelegenheid voor de gemeente reden om met het project door te gaan.
De gemeente De Friese Meren wil het project graag uitbreiden om meer spreiding in de gemeente te krijgen. Er is inmiddels ook belangstelling van een ondernemer uit de omgeving van Lemmer die wel als agrarisch groenstation wil fungeren.