De Commissie Remkes heeft gesignaleerd dat er behoefte is aan betere monitoring van de veranderingen in biodiversiteit door depositie van stikstof. Daarmee kan ook herstel van biodiversiteit bij afname van de stikstofbelasting in beeld worden gebracht. Voor vlinders zijn er al veel gegevens voorhanden, dat meldt De Vlinderstichting.
Omdat vlinders snel reageren op veranderingen in hun omgeving, zijn ze ideaal om te kijken hoe de stikstof van invloed is op biodiversiteit. Het Landelijk Meetnet Vlinders verzamelt al dertig jaar gedetailleerde gegevens. Uit deze cijfers blijkt de balans steeds meer doorslaat richting stikstofliefhebbers. Dit alles boven op een afname van bijna 50% van dagvlinders in Nederland.
Door grotere concentraties stikstof in de bodem (zoals ammoniak en nitraat), wordt de bodem verrijkt met meststoffen. Die leiden ertoe dat planten die houden van veel stikstof, zoals brandnetels en braam, extra hard kunnen groeien. Zij overwoekeren dan vele plantensoorten die juist graag groeien onder stikstofarme omstandigheden. Vaak zijn dit planten waar vlinders en rupsen van afhankelijk zijn, zoals viooltjes of klokjesgentiaan.
Sterfte bij rupsen
Daarnaast leidt veel stikstof volgens De Vlinderstichting tot een verhoogde sterfte bij rupsen. Dat komt vooral omdat de plantengroei minder divers wordt. Stikstofminnende planten overwoekeren de rest. Het blijft dus ‘groen’, maar de kwaliteit gaat achteruit. Ook verdwijnen open plekjes, waar vlinders en hun rupsen graag opwarmen, onder een dikke laag gras, mos of brandnetels.
Er zijn een paar vlindersoorten waarvan de rupsen wel kunnen leven van brandnetels en deze soorten kunnen dan ook toenemen. Maar voor de meeste vlinders en rupsen geldt dus dat het lastiger wordt om voedsel te vinden, ondanks de overdaad aan planten.
Verzuring
Vermesting is niet het enige effect van stikstof. Vooral op slecht gebufferde droge zandgronden leidt het ook tot verzuring. Grote delen van Oost- en Zuid-Nederland bestaan uit dit soort arme zandgronden. Omdat daar ook veel stikstofdepositie is, kan deze verzuring op grote oppervlaktes van ons land aanwezig zijn.
Welke vlinders een voorkeur hebben voor zure en welke voor basische bodems is bekend. De Vlinderstichting heeft ook langs deze meetlat naar de verschuiving in de vlinderfauna gekeken en concludeert dat soorten met een voorkeur voor basische omstandigheden harder afnemen dan soorten die van meer zure bodems houden.