Verlegen bomen

Met vriend Nanne wandel ik regelmatig door een recreatiegebied in de buurt. Als bedrijfskundige heeft hij een heel eigen kijk op de natuur en haar principes, zoals groei, evolutie en verandering. „Evenals de natuur zijn grote organisaties complexe systemen en door te kijken hoe de natuur werkt, kunnen we leren hoe menselijke organisaties beter kunnen functioneren,” vertelt hij.

Ik knik, daar kan ik me wel iets bij voorstellen. Volgens mij geven natuurlijke principes richting aan alles wat groeit en bloeit. Hoe gecultiveerd een tuin ook is, de tijd heeft altijd invloed. En Narcissen bloeien in het voorjaar al is dat tegenwoordig steeds vroeger. Maar dat is een ander verhaal.

Intussen wandelen we door een moerassig bosje. We raken verder in gesprek over hoe natuur werkt. „Kijk hoe al die wilgen plat liggen,” begin ik te doceren. „Veertig jaar geleden werd hier bosplantsoen geplant op één meter afstand van elkaar. De boel begint hier aardig in te storten. De natuurwetten zijn van toepassing, maar als we niets doen is dit bos na één storm verleden tijd.” Verbaasd kijkt Nanne me aan. Zo had hij er nog nooit naar gekeken.

Zwijgend lopen we verder. De wilgen hebben plaatsgemaakt voor berk en esdoorn. Een hoog plafond van kruinen. Nanne wijst naar boven. „Gek eigenlijk, in de grond zijn bomen innig met elkaar verweven, als een netwerk. Bovenin houden de kronen ruimte tussen elkaar, zodat ze in verbinding staan met hun omgeving. De natuur kan ons zoveel leren.”

Over het fenomeen stuurt hij me later een Engelstalig artikel met de titel Crown shyness. Kruinverlegenheid. Bomen groeien, net als menselijke levensvormen, het liefst samen op. Leunend op elkaar en zo een microklimaat vormend, maar tegelijk, als een omgangsvorm, ruimte gevend aan elkaar.

Verlegen bomen, zo heb ik er nog nooit naar gekeken…

guest
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties