In 2025 moet minimaal 35% van het organische substraat uit hernieuwbare grondstoffen bestaan, is de ambitie. Een doel dat zeker voor de boomkwekerij haalbaar lijkt. Veenvrij lijkt vooralsnog echter een brug te ver.
Veenvrij zie ik vooralsnog niet gebeuren”, meent Ted Vollebregt, voorzitter van de Vereniging Potgrond- en Substraatfabrikanten Nederland (VPN). „Maar je moet je ook afvragen of dat daadwerkelijk wenselijk is.”
Met behulp van Life Cycle Analyse (LCA) willen de potgrond- en substraatfabrikanten de invloed van grondstoffen van substraten in kaart brengen, zodat fabrikanten en kwekers een weloverwogen afweging kunnen maken in hun keuzes en hiermee ook de discussie aan kunnen gaan met hun afnemers. Vollebregt: „Er wordt nu gesuggereerd dat we naar veenvrij moeten omdat het duurzamer is, maar het is de vraag hoe veen zich verhoudt tot andere grondstoffen.”
Vollebregt pleit er ook voor dat er daarnaast gekeken wordt naar de impact van veenvrij op de teelt. „Als er op veenvrije substraten meer uitval is, meer meststoffen uitspoelen en meer gewasbescherming nodig is, is het eindproduct, de leverbare plant dus uiteindelijk misschien juist minder duurzaam geproduceerd. Ik zeg niet dat het zo is, het zal ook per gewas verschillen wat de mogelijkheden zijn en wat de impact is. Maar helemaal zonder, is vooralsnog zeker niet in alle gewassen haalbaar.”
Lees het artikel in De Boomkwekerij 18, of in ons digitale magazine via mijnboomkwekerij.nl
Geen abonnement? Bekijk hier de mogelijkheden of bel 071-5659644.