Het afgelopen jaar was een goed vlinderjaar, al valt hij net buiten de top drie van de afgelopen 24 jaar. Dat meldt de Vlinderstichting.
Opvallend is dat het heideblauwtje, een Rode Lijstsoort, op de tweede plaats staat van meest getelde soorten, deze vlinder werd meer dan 28.000 keer gezien. Op de eerste plek, met bijna 55.000 keer gezien, staat het bruin zandoogje.
Uit de eerste gegevens blijkt dat er veel vlinders zijn geteld dit jaar. „Zeker als we vergelijken met de afgelopen drie jaar zien we een forse piek. Als we vanaf het begin van het meetnet kijken, dat in 1990 startte, dan komt 2013 op de vierde plaats. Het absolute topjaar was 1995 en ook in 1992 en 2003 werden er per route meer vlinders geteld dan dit jaar.”
Meest geteld
Bruin zandoogje was ook dit jaar weer de meest getelde vlinder. Er zijn in de 359 routes waarin deze soort voorkomt bijna 55.000 doorgegeven.
Opvallende tweede plaats wordt ingenomen door het heideblauwtje. Deze Rode Lijstsoort is maar op 34 routes geteld maar toch gaat het hier om 28.262 vlinders. Dat betekent dat er gemiddeld per route (en die is maximaal een kilometer lang) meer dan 830 heideblauwtjes zijn gezien.
Het klein geaderd witje staat op de derde plaats, met 22.058 vlinders in 374 routes. Het klein koolwitje staat pas op de zevende plek, maar deze is wel op de meeste routes gezien, namelijk 402.