Museum Twenthe heeft van zijn binnentuin een atelier gemaakt. Kunstenaars die op de een of andere manier de natuur gebruiken in hun werk mogen een jaar lang de tuin gebruiken.
Als eerste is dat viltkunstenaar Claudy Jongstra. Inmiddels geen onbekende in de groenwereld omdat ze samen met ontwerper Stefan Jaspers in 2016 een showtuin op de Chelsea Flower Show heeft gemaakt. Later werd die tuin vol verfplanten ook in Leeuwarden aangelegd omdat de Friese hoofdstad in 2018 de Europese Culturele hoofdstad was.
Om de kunstenaars alle ruimte te geven, heeft Museum Twenthe de tuin laten aanpassen door het landschapsarchitectenbureau van Lodewijk Baljon uit Amsterdam. Vijfentwintig jaar geleden heeft Baljon zelf het ontwerp voor de tuin gemaakt. De tuin is nu aangepast door zijn compagnon Marie-Laure Hoedemakers.
Zij heeft de strakke, formele tuin omgevormd tot een tuin met een meer natuurlijke, organische look. Vooral door veel beplanting toe te voegen. De meest zonnige delen daarvan, staan ter beschikking van de kunstenaar. Dit seizoen zijn deze vakken door Jongstra gevuld met verfplanten als wede, goudsbloem, bloedzuring, smeerwortel en brandnetel. Hiervoor werkte ze weer samen met tuinontwerper Stefan Jaspers.
Van plant tot kleurstof
Jongstra gebruikt de verfplanten om daarmee haar vilten wandkleden te verven. Een aantal van die wandkleden zijn in het museum te zien. Door de tuin kan de kunstenaar nu ook de bezoekers laten zien welke materialen ze voor haar kunstwerken gebruikt en hoe uit de planten verfstoffen gewonnen worden.
De tuin is tijdens de lockdown-periode aangelegd door de Koninklijke Ginkel Groep. Sinds begin juli is dit zogenoemde Groene Lab open voor bezoekers. Groenjournalist Jacqueline van Wetten schreef voor TenL een uitgebreid artikel over de museumtuin. Daarin vertelt conservator Josien Beltman meer over de visie van het museum en landschapsarchitect Marie-Laure Hoedemakers over het nieuwe tuinontwerp. U kunt het hier digitaal lezen (met inlog).