De krapte op de arbeidsmarkt neemt toe. In acht van de twaalf provincies van Nederland hebben werkgevers moeite om vacatures te vervullen. Twee jaar geleden was dit nog in geen enkele provincie. Dat meldt het UWV op basis van het aantal WW-uitkeringen.
In vergelijking met vorig jaar is het aantal WW-uitkeringen met 17% afgenomen tot 274.000. Vooral werkgevers in de bouw, zorg, onderwijs, techniek en ICT hebben moeite om personeel te vinden. In de bouwsector ontstaan de meeste beroepen waar weinig werkzoekenden voor te vinden zijn. Maar ook de groensector kampt al langer met arbeidskrapte.
Hoog tempo
De arbeidsmarkt is in de afgelopen paar jaar in een hoog tempo krapper geworden. Eind 2018 was de arbeidsmarkt in acht van de twaalf provincies krap, terwijl dit twee jaar eerder nog in geen van de provincies het geval was.
Eind 2018 waren er vier provincies met een ‘gemiddelde’ arbeidsmarkt. Dit zijn Flevoland, Drenthe, Friesland en Groningen. Hier zijn nog relatief voldoende werkzoekenden voor het aantal vacatures te vinden. Toch kan het zijn dat de arbeidsmarkt daar in bepaalde beroepen wel krap is.
Werkgevers in Zeeland hebben de meeste moeite om personeel te vinden. In deze provincie is het vooral lastig om vacatures voor dienstverlenende beroepen in te vullen.
