In drainwater van 4 °C kan de ‘tropische variant’ van de bacterie Ralstonia solanacearum zestig dagen overleven. Wageningen UR ontdekte dit in een proef die ze in opdracht van de NVWA uitvoerde. Over de kansen op infectie deed ze geen uitspraken.
Onderzoeker Jan van der Wolff van Wageningen UR gaf tijdens het PlantgezondheidsEvent in Bleiswijk aan dat de proef 110 dagen duurde. In opdracht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is onderzocht of en hoe de bacterie Ralstonia solanacearum in drainwater kan overleven. Schoon drainwater is besmet met hoge, vastgestelde dichtheden van de tropische variant van Ralstonia solanacearum (ras 1), de variant die bij vijftien rozenbedrijven miljoenen schade veroorzaakte in 2015 en 2016.
In water van 12 en 20 °C overleefde de voor roos schadelijke bacterie de hele proef, dus 110 dagen. In drainwater van 28 °C bleef de bacterie iets minder lang in leven en bij 4 °C is hij na 60 dagen niet meer gevonden. Onderzoeker Wolff: „We hebben niet gekeken bij welke dichtheden van de bacterie in het water er nog infectie van gewassen mogelijk is. Dat is de volgende vraag. Bij aanwezigheid van het Q-organisme moet je altijd de NVWA informeren.”
De proef is één keer gedaan met per temperatuurbehandeling een aantal herhalingen. Het is daarom volgens Wolff niet te zeggen hoe algemeen geldend de uitkomst is. Hij vermoedt dat bevindingen met de voor roos besmettelijke tropische variant van Ralstonia niet op zichzelf staan. „Deze variant kan in drainwater blijkbaar best lang lage temperaturen verdragen. Als hij buiten aan de waterkant een waardplant kan infecteren, dan is zijn overlevingskans nog groter. Gevaarlijk blijft vooral het moment van vriezen/dooien. Kristallisering is dodelijk voor bacterieën.”
De onderzoeker legde op de bijeenkomst op 23 maart uit dat er een nieuwe indeling is gemaakt voor Ralstonia. De bacterie die in aardappel voorkomt, hoort nog steeds bij de groep Ralstonia Solancearum. De besmetter van roos valt in de groep Ralstonia pseudosolanacearum. „Maar de verschillende klonen kunnen wel degelijk meerdere gewassen besmetten. Tomaat is gevoelig voor veel varianten. Vooral daarom wordt dit gewas gebruikt om de aanwezigheid van Ralstonia in monsters aan te tonen. En je ziet na 8 dagen al een effect als je tomaat met hoge concentraties Ralstonia bespuit.”
In opdracht van de NVWA gaat Wageningen UR de komende maanden de overleving van de ‘rozen-Ralstonia’ in grond, kokos en steenwol bepalen.