Het gaat niet goed met de traditionele Nederlandse schaapsherder. Het is lastig om de schaapskuddes financieel overeind te houden. De Tweede Kamer wil dat de regering actie onderneemt om traditioneel werkende herders te steunen en hun waarde voor het natuurbeheer in stand te houden.
Alterra-onderzoeker Raymond Schrijver constateert in een rapport als een van de grote knelpunten het falen van de markt, met name als het gaat om het financieel belonen van maatschappelijke diensten voor natuurbeheer en cultuurhistorie.
„Gescheperde begrazing is van grote betekenis voor het behalen van bijvoorbeeld biodiversiteitsdoelen. In dat licht bezien is het opmerkelijk dat slechts een vijfde van de potentieel te begrazen terreinen ook daadwerkelijk door een kudde wordt begraasd. Vaak omdat terreinbeheerders denken dat begrazen met schapen te duur is, dat is echter nog maar de vraag. Alternatieven als plaggen, maaien, chopperen, branden en het inrasteren van grote grazers zijn niet veel goedkoper. En het grootschalig plaggen, dat nu nog gesubsidieerd wordt, is zelfs schadelijk voor de biodiversiteit.”
Mogelijke oplossing
Om de huidige knelpunten het hoofd te bieden komen veel oplossingsrichtingen in aanmerking. Zo liggen verbeteringen voor de hand in het subsidiestelsel, en moet veel meer rekening worden gehouden met de toegevoegde cultuurhistorische waarde van de schaapherders, die nu op geen enkele manier wordt beloond.
Staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken gaat met de provincies en terreinbeheerders in overleg over de uitkomsten van dit rapport, en samen met hen zoeken naar oplossingen voor een bestendig perspectief voor traditioneel gescheperde kuddes.