Plant nu stinzenbollen voor een kleurrijk voorjaar. Tijdens de sterke-bollendagen van De Warande op 14 en 15 oktober in Laag-Keppel, gaf stinzenbollenkenner Trudy Woerdeman tips hoe je dat het beste kunt doen.
- Verbeter de bodem voor het aanplanten: stinzenbollen groeien oorspronkelijk in heuvelachtig gebied met een losse vaak kalkrijke bodem. Werk daarom voor het planten bladaarde of compost door de grond. Op een zure bosbodem kun je hier nog kalk en vinassekali aan toevoegen, op kleigrond grof zand en op zandgrond bentoniet voor de mineralen.
- Bedek de bodem met mulch of voeg regenwormen toe, beide ook ter verbetering van de structuur.
- Plan de drie opvolgende bloeifasen van stinzenbollen. Op landgoed Venbergen in Valkenswaard bijvoorbeeld, bloeien in februari/maart eerst de sneeuwklokjes, in maart/april bosanemonen, sneeuwroem en scilla en vervolgens april/mei/juni boshyacinten en zomerklokjes.
- Plant voor een spectaculair effect grote groepen aan van één soort, waarin je hier en daar een kleuraccent kunt toevoegen van een andere soort. Bijvoorbeeld blauwe tapijten van Chionodoxa (sneeuwroem) met hier en daar een geel accent van Erythronium ’Pagoda’ (gele hondstand).
- Wil je meer bollen? Verstoor ze dan nu, veel stinzenbollen zijn gebaat bij dynamiek. Graaf ze op, splits ze en plant ze elders uit. Dit geldt bijvoorbeeld voor sneeuwklokjes en kievitsbloemen. Andere hebben dat overigens helemaal niet nodig, Corydalis solida (vingerhelmbloem of vogeltje op de kruk) en C. cava (holwortel) bijvoorbeeld, zaaien zichzelf uit. Anemone blanda heeft dan weer liever een evenwichtige border waarin zo min mogelijk wordt gespit.
Kijk voor meer tips op de www.sterkebollen.nl.
