Het onderzoek naar het inzetten van een schimmel tegen Japanse duizendknoop heeft wat tegenslag. Buiten lijkt de schimmel de invasieve exoot minder effectief aan te tasten. Ook is nog niet duidelijk hoe de schimmel het beste bewaard kan worden.
Het onderzoek naar de schimmel is onderdeel van het project #uitde1000knoop waarin een consortium van partijen samenwerkt. Zij onderzoeken twee mogelijke biologische bestrijders van de Aziatische duizendknopen: een bladvlo en een schimmel. De bladvlo is onlangs op drie verschillende locaties in Nederland uitgezet.
De veldproeven met de schimmel lieten dit jaar in Engeland in eerste instantie goede resultaten zien. Later in het seizoen vielen de aantastingen tegen, CABI wijt dit aan de droogte en hoge temperaturen. Of dit daadwerkelijk zo is gaat het instituut verder onderzoeken.
Bewaarmethode
Verder is nog niet duidelijk hoe de schimmel het beste bewaard kan worden. Een goede bewaarmethode is noodzakelijk om op termijn de schimmel grootschalig te kunnen toepassen. Koppert in Berkel en Rodenrijs heeft dit jaar onderzoek gedaan met microsclerotia, een soort sporen die de schimmel aanmaakt en die bestand zijn tegen uitdroging. In het lab lukte het Koppert om op kleine schaal deze microsclerotia te maken. De behandelde bladeren van duizendknoop werden vervolgens nauwelijks aangetast. Samen met CABI gaat Koppert verder onderzoeken waar dit aan ligt.
Lange, kostbare weg
Sowieso wil het onderzoeksteam benadrukken dat het nog een lange weg is naar een schimmelproduct dat op grote schaal te krijgen is. Bovendien is het een kostbaar traject. Niet alleen om een goed werkend product te krijgen, maar ook de benodigde toelatingen en registraties kosten veel tijd en geld.
