Staatssecretaris Van Veldhoven ‘betreurt de ontstane situatie’ rond het gebruiksverbod. Dat schrijft zij in een brief aan de Tweede Kamer. In november zette het Gerechtshof Den Haag een streep door het gebruiksverbod. Van veldhoven verwacht dat groenprofessionals zoals terreinbeheerders chemievrij zullen blijven beheren.
De brief aan de Tweede Kamer is deels een reactie op een eerder schrijven van de VHG. De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat vroeg de staatssecretaris op 17 december om op deze brief te reageren. In de brief roept de VHG de staatssecretaris op om zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen voor ondernemingen in de groenbranche. Ook andere brancheorganisaties zoals Cumela en BSNC vroegen het kabinet om op korte termijn duidelijkheid te geven voor de praktijk.
Maatschappelijke verantwoordelijkheid
Van Veldhoven schrijft: „Ik betreur de ontstane situatie. Er mag echter ook van worden uitgegaan dat terreinbeheerders, zoals overheden, naast financiële argumenten ook het milieubelang en hun maatschappelijke verantwoordelijkheid in hun besluitvorming zullen meewegen.”
Ook stelt de staatssecretaris dat het voor beheerders financieel gezien niet loont om terug te vallen op gebruik van gewasbeschermingsmiddelen: „Het is mijns inziens bedrijfsmatig niet efficiënt om gedurende een korte periode, tot het tijdstip dat het gebruiksverbod zal zijn vernieuwd, om te schakelen naar andere apparatuur en middelen en zo de bedrijfsvoering tijdelijk te wijzigen. Daarbij zal het terugvallen op gewasbeschermingsmiddelen voor hen aanzienlijke administratieve lasten met zich meebrengen.”
Van Veldhoven blijft komende tijd in nauw contact met de sector en betrokken organisatie, met als doel ‘het voorkomen van de ongewenste terugval naar het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen’.
