Begin oktober 2000. Op een borrel, waarbij ik de hoofdredacteur van Tuin en Landschap tegen het lijf liep, besprak ik een idee. Dat vakblad, waar van alles in stond over machines, over beplanting en over projecten, daar miste ik iets over de mens achter de hovenier.
Wat houdt hem bezig, waar worstelt hij mee, waar droomt hij van? Witte wijn en bitterballen kwamen voorbij. De hoofdredacteur keek me aan en vroeg droogjes: „En wat ga jij daar aan doen?” Even viel het stil, maar ik floepte eruit dat ik „daar wel eens over zou willen schrijven.” Dat was vijftien jaar geleden…
Inmiddels, honderden columns verder, is dat waar ik nog steeds over schrijf. De mens achter de groenprofessional, waarbij ik mezelf als onderwerp neem, vanuit mijn eigen ik. Mijn kijk op de wereld, reacties op gebeurtenissen en trends. Of ik nu met mijn moeder in gesprek ben, of mijn hond uitlaat. Altijd is het die groenprofessional die de wereld beschouwt en er via de columns uitdrukking aan geeft.
Mien Ruys zei het al: „Ons vak bestaat bij de gratie van ons vermogen om ons uit te drukken, waarbij we onze boodschap aan een zo breed mogelijk publiek moeten uitdragen.” Ze trouwde de uitgever Theo Moussault en publiceerde samen met hem Onze Eigen Tuin. Het is waar. Iets bedenken is één ding. Het uitdragen een ander.
Ik ben er van overtuigd dat ons vak vooral een mensenvak is. Verstand van ruimte, verstand van planten en van technieken is evident. Maar we moeten vooral weten wat mensen beweegt en wat hen drijft. Daarover moeten we van gedachten kunnen wisselen, in klein en groot verband.
Vijftien jaar columns heeft me veel gebracht. Altijd leuk om te horen dat mijn schrijverij gelezen wordt. Daarbij valt het me op dat mijn verhaaltjes erg letterlijk worden genomen. Terwijl veel verhalen feitelijk niet helemaal kloppen. Ik gebruik een ervaring om het menselijke bloot te leggen. Hoveniers zijn soms net mensen…
Of ik er nog vijftien jaar mee doorga weet ik niet, maar schrijven blijf ik. Het houdt de geest scherp. Ik zou meer willen schrijven over plekken, over ontmoetingen, over ervaringen, maar altijd in de context van het humane aspect.
„De mens […] wil zowel een individu zijn […] als een lid van een gemeenschap waarin hij zich thuis voelt”, zei de socioloog Kees Schuyt. Ik denk dat het daar mee te maken heeft. Jezelf ontwikkelen en een bijdrage leveren. Ons vak heeft het in zich. Het mooiste vak van de wereld.